Bouwbedrijven moeten voldoende speelruimte bieden in hun contracten om overheadkosten te dekken. Deze kosten zijn moeilijker te berekenen en te berekenen aan verschillende klanten in vergelijking met de directe kosten van materialen en arbeid om een bouwproject te voltooien. Over het algemeen zijn er drie soorten overheadkosten: direct, indirect en vast. Het beheren van deze kosten en het administreren hiervan in het biedproces is cruciaal voor een bouwbedrijf om winst te maken.
Directe overheadkosten
Werkplaatsen in de bouw hebben verschillende directe overheadkosten. Deze omvatten tijdelijke kantoren, verhuur van materieel, administratieve salarissen en voorzieningen voor de bouwplaats. Deze overheadkosten zijn een noodzakelijke uitgave om de bouw op de bouwplaats af te ronden. Werklocaties hebben stroom en water nodig om de constructie te voltooien. Deze kosten worden doorberekend aan de klant en moeten tijdens het biedproces worden gebudgetteerd.
Indirecte overheadkosten
Indirecte overheadkosten omvatten posten zoals nutsbedrijven, verzekeringen, belasting op arbeid en pensioenregelingen. Het bouwbedrijf moet deze items op regelmatige basis betalen, ongeacht of het bedrijf daadwerkelijk iets bouwt. Bij het berekenen van een bieding moet de schatting voldoende geld bevatten om deze kosten te dekken zodat het bedrijf winstgevend is. Huur, communicatie en apparatuur die voor meer dan één baan wordt gebruikt, vallen ook onder de indirecte overheadkosten.
Vaste zakelijke overheadkosten
Vaste zakelijke overheadkosten omvatten loonbelasting, werkloosheidsverzekering, biedingsobligaties en licentieverlening. De bedragen kunnen veranderen als gevolg van schommelingen in het aantal biedingen en de hoeveelheid arbeid tijdens een project, maar moeten worden verwerkt bij het opstellen van biedingen en schattingen voor klanten.