Een inleiding tot management accounting en kostenconcepten

Inhoudsopgave:

Anonim

Management accounting is een van de twee grote divisies in de boekhoudwereld. Financiële boekhouding omvat elementaire boekhoudfuncties die zijn gericht op het creëren van periodieke financiële overzichten. Administratieve boekhoudtaken zijn naar binnen gericht en complexer dan financiële boekhoudtechnieken, waardoor inzichtelijke rapporten voor bestuurlijke besluitvorming worden gecreëerd. Veel van de managementadministratie richt zich op kostenanalyse, waardoor elementaire kostenconcepten een groot onderdeel vormen van de curricula voor management accounting.

Management versus financiële boekhouding

Afgezien van het fundamentele verschil in de doeleinden van financiële en management accounting, zijn er tal van subtiele verschillen tussen de twee. Managementtechnieken voor management zijn niet onderworpen aan nationale en internationale accountingstandaarden zoals GAAP, bijvoorbeeld omdat rapporten uitsluitend voor interne gebruikers worden gegenereerd. Management accounting kijkt ernaar uit toekomstige inkomsten en uitgaven te schatten in plaats van terug te kijken om te rapporteren over in het verleden behaalde resultaten. Financiële boekhouding omvat een continue cyclus, waarbij elke iteratie eindigt in de voorbereiding van de financiële overzichten, terwijl management accounting bestaat uit lopende activiteiten die regelmatig worden uitgevoerd.

Planning en besturing

Management accounting is handig voor het vergroten van de effectiviteit en controle van de planning in elk operatiegebied. Met boekhoudtechnieken voor managers kunnen managers bijvoorbeeld productiefouten of kwaliteitsnormen van een lopende band analyseren. Managers kunnen managementinformatie gebruiken om de kostenefficiëntie van het gebruik van verschillende leveranciers of de inkoop van verschillende hoeveelheden grondstoffen te analyseren, als een ander voorbeeld. Managementgegevens kunnen onthullen welke verkoopteams efficiënter of productiever werken dan andere en kunnen helpen bij de beslissing om investeringen in arbeids- en kapitaalgoederen uit te besteden of te investeren om specifieke bedrijfsfuncties uit te voeren.

Kostenbeginselen

Accountants classificeren en differentiëren de kosten van zakendoen op verschillende manieren. Bedrijven maken zowel directe als indirecte kosten; directe kosten worden gemaakt als een rechtstreeks gevolg van productieactiviteiten, terwijl indirecte kosten onafhankelijk van productie worden gemaakt. Vaste kosten zijn die kosten die relatief constant blijven in de tijd, terwijl variabele kosten evenredig met productievolumes stijgen of dalen. Productkosten zijn uitgaven die aan bepaalde producten of diensten kunnen worden gekoppeld, terwijl periodekosten die zijn die eenvoudiger kunnen worden toegewezen aan specifieke tijdsbestekken.

Kosten toewijzen

Accountants wijzen zowel directe als indirecte kosten toe aan elk product of elke service die wordt verkocht om rendementsgegevens over individuele producten, processen, afdelingen en bedrijfseenheden te onthullen. Accountants kunnen de kosten berekenen van goederen die worden verkocht met behulp van de LIFO-methode (laatste in, laatste uit) of de FIFO (first-in, first-out) om verschillende productkosten toe te wijzen. De specifieke ID en gewogen gemiddelde methoden bieden alternatieven voor LIFO en FIFO. Accountants wijzen vaste kosten toe, zoals overhead en administratieve salarissen op basis van een aantal factoren, waaronder verkoopvolumes voor bepaalde perioden.