Accounting is het systeem voor het registreren, classificeren en samenvatten van financiële informatie op een zodanige manier dat gebruikers van de informatie hieruit economische beslissingen kunnen nemen. Boekhouding begon als een eenvoudig systeem van kleifiches om goederen en dieren bij te houden, maar heeft zich in de loop van de geschiedenis ontwikkeld tot een manier om complexe transacties en andere financiële informatie bij te houden.
Vroegtijdige boekhouding
Accountancy heeft zijn wortels in de vroegste geschiedenis van de beschaving. Met de opkomst van landbouw en handel hadden mensen een manier nodig om hun goederen en transacties bij te houden. Rond 7500 voor Christus begonnen Mesopotamiërs met behulp van kleistokken goederen te vertegenwoordigen, zoals dieren, gereedschap, voedsel of graaneenheden. Dit hielp eigenaren bij het bijhouden van hun eigendom. In plaats van het tellen van hoofden van vee of bushels van graan telkens als men werd verbruikt of werd verhandeld, konden de mensen eenvoudig tokens toevoegen of aftrekken. Verschillende vormen werden gebruikt voor verschillende goederen. Rond 4000 voor Christus begonnen de Sumeriërs deze lopers in verzegelde klei-enveloppen te plaatsen. Elke fiche zou in de klei van de buitenkant van de envelop worden gestempeld, zodat de eigenaar zou weten hoeveel tokens erin waren, maar de lopers zelf zouden worden beschermd tegen knoeien of verlies. Deze praktijk van het indrukken van de penningen in de klei is misschien wel de vroegste genese van het schrijven. Een paar honderd jaar later begonnen meer complexe tokens te worden gebruikt. Deze tokens hadden speciale markeringen om verschillende eenheden of soorten goederen aan te duiden. Beginnend rond 3000 voor Christus ontwikkelden de Chinezen het telraam, een hulpmiddel voor tellen en rekenen.
Dubbele boekhouding en Luca Pacioli
Gedurende een groot deel van de antieke geschiedenis en de Middeleeuwen bleef de boekhouding een vrij eenvoudige aangelegenheid. De invoering van munten betekende dat de boekhouding nu ging om geld in plaats van om werkelijke goederen, maar dat boekhouding met één boekhouding, net als in moderne chequeregisters, werd gebruikt om het uitgewisselde geld bij te houden, waar het naartoe ging en wie wat verschuldigd was. Tijdens en na de kruistochten openden Europese handelsmarkten zich voor handel uit het Midden-Oosten en Europese handelaars, vooral in Genua en Venetië, werden steeds rijker. Ze hadden een betere manier nodig om grote hoeveelheden geld en complexe transacties bij te houden, en dit leidde tot de ontwikkeling van dubbel boekhouden. Dubbele boekhouding houdt in dat elke transactie minstens tweemaal wordt geregistreerd, als een debitering van de ene rekening en een creditering naar de andere. In 1494 publiceerde een franciscaner monnik en wiskundige genaamd Luca Pacioli een wiskundeboek met de titel "Summa de arithmetica, geometria, proportione et proportionionalita," dat een beschrijving van dubbele boekhouding bevatte. Naarmate de populariteit van het boek toenam, begon Europa met het invoeren van double-entry-boekhoudingen, omdat verkopers zich realiseerden wat een waardevol instrument het hen gaf om gedetailleerde financiële informatie bij te houden. Voor deze prestatie wordt Luca Pacioli vaak de 'Vader van de boekhouding' genoemd. Toch was accountancy op dit moment in de geschiedenis nog geen specifiek beroep, maar eerder een uitbreiding van de administratieve taken van schriftgeleerden, ambtenaren, bankiers en handelaars.
De industriële revolutie en de opkomst van professionele accountancy
Met de komst van de Industriële Revolutie aan het eind van de achttiende en vroege negentiende eeuw ontwikkelde de boekhouding zich verder en kwam ze als een beroep tot haar recht. De praktijk van kostprijsadministratie kwam veelvuldig naar voren toen eigenaren en managers van bedrijven probeerden te begrijpen hoe ze hun bedrijf zo kostenefficiënt mogelijk konden maken. Josiah Wedgwood, de eigenaar van de beroemde Engelse aardewerkfabriek, was een van de eersten die kostenberekening gebruikte om te begrijpen waar het geld van zijn bedrijf aan besteed werd en om onnodige uitgaven te elimineren. Met de nieuwe complexiteit van de boekhouding en de toenemende vraag naar nauwkeurige boekhouding, begonnen mensen zich te specialiseren in accountancy en werden ze de eerste professionele openbare accountants. Sommige van de accountantskantoren die vandaag nog in bedrijf zijn, zijn in het midden van de negentiende eeuw opgericht.William Deloitte opende zijn kantoor in 1845 en Samuel Price en Edwin Waterhouse openden hun gezamenlijke bedrijf in 1849.
Moderne professionele boekhouding
Tegenwoordig is accounting een zaak op zich, met duizenden beoefenaars wereldwijd en een groot aantal professionele organisaties en officiële richtlijnen om praktijken en vereisten te codificeren. Vooral in de Verenigde Staten tijdens de Grote Depressie werden eisen gesteld aan een betere standaardisatie van boekhoudpraktijken en een vaste code van professionele richtlijnen. Tegenwoordig worden in de algemeen aanvaarde boekhoudprincipes of GAAP de standaarden uiteengezet waaraan publieke accountants moeten werken. Elk land heeft een vergelijkbare set accountingrichtlijnen.
Gespecialiseerde boekhouding
Vanwege de complexe aard van het huidige economische systeem, hebben zich gespecialiseerde boekhoudafdelingen ontwikkeld. Naast traditionele financiële boekhouding zijn er nu onderverdelingen, zoals belastingadministratie, management accounting, lean accounting, fondsadministratie en projectadministratie. Professionele accountants zijn vereist voor deze velden, omdat ze de noodzaak inhouden van een grondig en specifiek begrip van bedrijfsbehoeften en boekhoudpraktijken.