Vrijwel elk land in de westerse wereld werkt volgens kapitalistische principes, of het idee dat particuliere eigenaren de winst voor een land controleren. Dit idee kan zijn oorsprong vinden in Adam Smith, een 18e-eeuwse Schotse filosoof die beroemd werd door zijn invloedrijke boek 'The Wealth of Nations'. Laissez-faire-economie en het idee van een 'onzichtbare hand' die de vrije markten begeleidt, behoren tot de fundamentele ideeën van Smiths schrijven.
Wie is Adam Smith?
Adam Smith was een 18e-eeuwse leraar en filosoof die algemeen wordt beschouwd als de vader van de klassieke economie. Zijn grote nalatenschap is de theorie van de laissez-faire-economie, die stelt dat mensen, afgezien van hun eigen apparaten, altijd handelen in hun eigenbelang en dat die belangen onopzettelijk gelijkvloeien om de beste uitkomst voor iedereen te creëren. In 1776 schreef Smith het baanbrekende werk 'Een onderzoek naar de aard en oorzaken van de rijkdom van de naties'. Dit boek populariseerde veel van de ideeën die ten grondslag liggen aan het moderne kapitalisme.
Adam Smith Theorie van het kapitalisme
Smith formuleerde het idee van een 'onzichtbare hand' - het idee dat de markten, wanneer ze alleen worden gelaten, zichzelf reguleren door de mechanismen van eigenbelang, vraag en aanbod en concurrentie. Door de goederen te verkopen die mensen willen kopen, hoopt de ondernemer geld te verdienen. Als de eigenaar erin slaagt om het juiste soort producten in het juiste volume te maken, betoogt Smith, dan dient hij of zij hun eigen belang door de financiële vruchten te plukken. Tegelijkertijd levert de eigenaar goederen die de samenleving waardeert en banen voor werknemers die rijkdom creëren, niet alleen voor de ondernemer, maar voor de natie als geheel.
Adam Smith Theory of Free Trade
Voortbouwend op het idee van de onzichtbare hand pleitte Smith voor het minimaliseren van overheidsingrijpen en belastingheffing op de vrije markten. Regeringsbeperkingen op het gebied van handel, zoals quota, tarieven en belastingen bemoeilijken vraag en aanbod, voerde hij aan, en beletten beide partijen hun natuurlijke neiging om zaken te doen na te streven. Smith wilde een onafhankelijke of laissez-faire regering zien die geen beperkingen oplegde aan de vrijheid van een individu om zijn eigen zakelijke en industriële zaken te regelen. Volgens dit beleid moeten bedrijven de mogelijkheid hebben om zoveel als ze willen te produceren en zo veel mogelijk geld verdienen zonder beperkingen. Het is concurrentie en vraag en aanbod - de onzichtbare hand - die markten controleert, stimuleert en reguleert.
Adam Smith Theorie van de Afdeling Arbeid
Smith geloofde dat arbeid, met name de taakverdeling door de specialisatie van taken, de sleutel tot welvaart was. In 'The Wealth of Nations' geeft hij het voorbeeld van de hoeveelheid werk die nodig is om een speld te maken. Een man die elk van de 18 taken uitvoert die nodig zijn om een speld te maken, kon slechts een handvol pinnen per week fabriceren, zei Smith. Maar als de 18 taken op een assemblagelijn waren uitgesplitst, met 10 mannen die elk slechts een klein deel van het hele werk uitvoeren, zou de productie naar duizenden pinnen per week gaan. Kortom, Smith voerde aan dat de arbeidsverdeling de economische groei van een land verhoogde.
Waarom is het werk van Adam Smith zo belangrijk?
Theorieën zoals de onzichtbare hand en de verdeling van arbeid zijn essentiële economische theorieën geworden, en hele naties hebben hun economieën volgens de principes van Smith gebouwd. Smith plaatste veel meer vertrouwen in mensen en markten dan koningen en regeringen, wat de weg vrij maakte voor landen om van landgebonden rijkdom over te gaan naar een van zelfcorrigerende vrije productie. Smith heeft niet geleefd om de snelle en meedogenloze verandering te zien die tot stand kwam door de moderne industriële periode en de terugkerende bubbels, crises en ongelijkheden die sindsdien hebben plaatsgevonden. Zijn geloof in de logica van de markt blijft echter bestaan en de theorie van Adam Smith is nog steeds een reden om rekening mee te houden.
Argumenten tegen Adam Smith's theorieën
Hoewel de theorieën van Smith door velen gezien worden als geldig vandaag, werden ze in veel simplistischere tijden gecreëerd. Ze beschouwen het sociale goed niet in hun vergelijkingen en zien economische winst als een puur goed. Smith generaliseert overheidsingrijpen als inmenging zonder verdienste, nooit rekening houdend met de redenen voor belastingen en tarieven. Smith's opvattingen over de rechten van bedrijfseigenaren versus de verantwoordelijkheid voor sociaal bewustzijn zijn grondig eenzijdig en een product van zijn tijd. Hoewel veel delen van zijn werk geldig kunnen zijn, zijn ze fundamenteel en bestrijken ze niet alle economische vergelijkingen van vandaag.