Uiteindelijk willen onderzoekers experimentele studies ontwerpen die causale relaties tussen variabelen kunnen vaststellen. Echter, zoals associate professor Del Siegle van de University of Connecticut opmerkt, is het voor het ontwerpen van experimentele studies noodzakelijk om voldoende achtergrondinformatie te hebben om specifieke hypothesen te formuleren. Voor onderwerpen waarover weinig bekend is, is het noodzakelijk om eerst verkennend en beschrijvend onderzoek uit te voeren dat verschilt in de vragen die zij stellen, flexibiliteit en onderzoeksmethoden.
Onderzoeksvraag die moet worden aangepakt
Verkennend onderzoek behandelt meer open vragen dan beschrijvend onderzoek. Als een onderwijsonderzoeker bijvoorbeeld een onderzoekslijn wilde beginnen die niet beïnvloed was door theorieën uit het verleden, zou ze eenvoudig kunnen vragen: "Wat gebeurt er in een normale dag in een klaslokaal op de middelbare school?" Dan zou ze manieren ontwikkelen om gegevens te verzamelen die adressen bevatten. die vraag. Studenten en docenten kunnen worden gevraagd om een pagina of twee te schrijven over wat ze op een dag doen. De onderzoeker zit misschien in een klaslokaal en observeert wat er de hele dag gebeurt om het begin te krijgen van een antwoord op deze zeer open vraag.
Flexibiliteit
Verkennend onderzoek is flexibeler wanneer het wordt uitgevoerd dan beschrijvend onderzoek. Als we doorgaan met ons voorbeeld in de klas, kan de onderzoeker de gegevensverzameling wijzigen naarmate de dag vordert. Ze zou bijvoorbeeld categorieën van leerling- en leerkrachtgedrag kunnen ontwikkelen, die ze graag zou willen noteren, zoals hoeveel studenten per periode de kamer verlaten of hoeveel studenten hun zitplaatsen verlaten. Met een beschrijvende studie zou een specifiekere vraag de focus zijn, zodat het onderzoek gedwongen zou zijn om gegevens te verzamelen die de specifieke vraag aanpakken en niet de luxe zou hebben om de focus van de verzamelde gegevens te veranderen.
Onderzoeksmethoden
Verkennend onderzoek maakt gebruik van meer kwalitatieve benaderingen dan beschrijvend onderzoek. Descriptief onderzoek, ontworpen om meer specifieke vragen te beantwoorden, heeft de neiging om kwantitatieve methoden te gebruiken. De onderzoeker kan bijvoorbeeld genoeg weten om de vraag te formuleren: "Heeft het verlaten van je stoel tijdens de les een relatie met het voltooien van huiswerkopdrachten of met cijfers?" De onderzoeker zou dan opmerken welke studenten hun plaatsen verlaten en hoe vaak ze dat doen en dan gebruik de documentatie van de docent om de huiswerkconsistentie en / of cijfers van de studenten te achterhalen. Het bepalen van de correlatie tussen variabelen is soms het doel van beschrijvend onderzoek.
Beslissen welke studie moet worden uitgevoerd
Pentti Routio van de Universiteit voor Kunst en Design in Helsinki wijst erop dat de hoeveelheid informatie die al bekend is over een onderwerp de belangrijkste bepalende factor is voor het uitvoeren van een verkennend of beschrijvend onderzoek. Wanneer niets of bijna niets bekend is, wordt verkennend zoeken genoemd voor. Zodra relevante variabelen zijn ontdekt, gaat de onderzoeker verder met beschrijvende en experimentele studies om de correlationele en causale relaties tussen die variabelen te bepalen.
