Geweld op de werkplek vormt een ernstige bedreiging voor werknemers. Als een werknemer of klant agressief wordt, kan hij fysiek doorslaan naar anderen; er zijn incidenten geweest waarbij een werknemer, cliënt of voormalige werknemer met een wapen terugkeerde naar een plaats van vestiging. De Occupational Safety and Health Administration, of OSHA, geeft richtlijnen voor het voorkomen van geweld op het werk dat werkgevers moeten volgen. De OSHA-richtlijnen behandelen zowel verbaal geweld en intimidatie als fysiek geweld; werkgevers moeten reageren op dit gedrag om te voorkomen dat ze escaleren.
Geweldpreventieprogramma's
Vanaf juni 2011 vereist OSHA dat werkplekken verbaal geweld en intimidatie bevatten bij inspanningen ter voorkoming van geweld. De meeste bedrijven moeten een schriftelijk beleid hebben waarin wordt beschreven hoe zij zullen proberen negatieve gedragingen te voorkomen, inclusief verbaal geweld en intimidatie, en welke disciplinaire maatregelen zij zullen nemen tegen werknemers die zich bezighouden met dit soort gedrag. Kleine bedrijven hoeven geen geschreven beleid te hebben, maar moeten disciplinaire maatregelen nemen tegen medewerkers die zich bezighouden met verbaal geweld of intimidatie.
Rampenplannen
Werkgevers moeten rampenplannen maken om werknemers te helpen omgaan met noodsituaties waarbij klanten zijn betrokken, inclusief incidenten waarbij klanten hun gemoederen verliezen en agressief, verbaal grof of intimiderend worden. Medewerkers moeten een beroep kunnen doen als ze met deze situatie worden geconfronteerd, waaronder het uitstellen van de communicatie met de cliënt met een manager of het krijgen van hulp van een maatschappelijk werker die getraind is om woede te verspreiden. De werknemer moet een incidentrapport invullen nadat hij bij de potentieel gewelddadige cliënt is weggegaan.
Tracking
Als onderdeel van hun inspanningen ter voorkoming van geweld raadt OSHA werkgevers aan om incidenten waar medewerkers of cliënten gewelddadig optreden, bij te houden. Het logboek moet incidenten bevatten waarin een klant of werknemer verbaal grof of agressief is of anderen probeert te intimideren. Werkgevers moeten reageren op deze incidenten en in het logboek opnemen wat ze hebben gedaan om de situatie te verspreiden, zoals de verbaal gewelddadige persoon weghalen bij anderen, een verbaal persoon beledigen of om hulp roepen.
Vertrouwelijkheid
Het logboek voor geweldpreventie van de werkgever moet vertrouwelijk blijven, behalve informatie die andere werknemers of wetshandhavingsinstanties nodig hebben. Houd disciplinaire maatregelen of andere antwoorden tussen de verbaal persoon en de werkgever, tenzij een werknemer of cliënt een bedreiging vormt waar anderen behoefte aan hebben. Bewaar de stam op het kantoor van de werkgever of in een afgesloten archiefkast waar onbevoegden geen toegang hebben.