De meeste mensen denken in monetaire cijfers aan kosten. Ondernemers denken bijvoorbeeld aan arbeid, materialen en andere kosten die gepaard gaan met het produceren van hun producten en diensten. Voor economen hebben kosten een andere dimensie, een die niet alleen werkelijke uitgaven omvat maar ook kansen verliest. Economen noemen deze kosten opportuniteitskosten en ze vormen een centraal element van economisch denken.
Identificatie
Voor het produceren van goederen en diensten zijn werkelijke uitgaven nodig. Bedrijven moeten werknemers betalen, productiemachines en materialen kopen, zorgen voor de distributie van producten en deze aan consumenten bekendmaken. Dit zijn voorbeelden van monetaire kosten of de werkelijke uitgaven die bij de productie zijn gemoeid. Opportunitykosten verwijzen naar alles wat moet worden afgezien om een item te verkrijgen of een goed te produceren. Een bedrijf dat bronnen toewijst voor het produceren van cd-spelers, kan deze bronnen bijvoorbeeld niet gebruiken om MP3-apparaten te maken. Voor een persoon die meer tijd besteedt aan recreatie en gezin, zijn de opportunitykosten inkomsten die kunnen worden verdiend met langer werken.
Theorieën en speculatie
Bij economie gaat het erom hoe individuen, bedrijven en samenlevingen schaarse middelen toewijzen. Omdat middelen niet onbeperkt zijn, moeten samenlevingen prioriteit geven aan hun behoeften en wensen. Het toewijzen van bronnen, zoals tijd en geld, aan één activiteit betekent dat die middelen niet beschikbaar zijn voor een andere activiteit. Dit maakt kansen kosten een belangrijk concept in het economisch denken. Harvard-econoom Gregory Mankiw vatte opportuniteitskosten samen als een van zijn centrale principes van de economie, toen hij schreef dat mensen worden geconfronteerd met afwegingen in het leven en dat de kosten van iets is wat mensen moeten afstaan om het te verwerven.
Bijwerkingen
Door opportunity costs toe te passen, kunnen de werkelijke kosten van iets groter zijn dan de betrokken geldbedragen. Een geldelijke winst kan zelfs een verlies zijn wanneer opportuniteitskosten de vergelijking binnenkomen. Een persoon die bijvoorbeeld een huis van $ 150.000 koopt en het tien jaar later verkoopt voor $ 200.000, realiseert een geldelijke winst van $ 50.000. Als je de $ 150.000 aan een huis uitgeeft, betekent dit echter dat er geen geld kan worden geïnvesteerd in een beleggingsfonds dat in dezelfde periode van tien jaar meer geld oplevert. De opportuniteitskost van deze transactie is dan het gederfde inkomen dat een persoon had kunnen realiseren door in dat beleggingsfonds te beleggen.
Expliciete en impliciete kosten
Sommige economen onderscheiden tastbare monetaire kosten van minder tastbare alternatieve kosten door te verwijzen naar expliciete en impliciete kosten. Expliciete kosten vragen geld, volgens Mankiw, terwijl impliciete kosten verwijzen naar de ongegronde mogelijkheden die voortvloeien uit het toewijzen van middelen aan een bepaald doel. Voor een bekwame computerprogrammeur die besluit om voor een andere graad terug naar school te gaan, zijn de opportunitykosten het gederfde inkomen dat door die programmeervaardigheden wordt verdiend.