Bedrijven en particulieren lopen risico's bij het uitvoeren van projecten of het leveren van diensten. Twee instrumenten voor risicobeheer zijn obligaties en verzekeringen. De twee zijn echter niet uitwisselbaar. Wanneer u een verzekering koopt, wordt het risico verschoven naar de verzekeraar. Wanneer u een borgsom koopt, is een andere partij, zoals een klant, beschermd tegen verlies.
Verzekering en borgstelling
Wanneer een bedrijf of persoon een verzekeringspolis afsluit, neemt de verzekeringsmaatschappij een bepaald risico op zich, zoals gespecificeerd in het contract. Als een klant bijvoorbeeld gewond is geraakt in de gebouwen van uw bedrijf en u een aansprakelijkheidsbeleid hebt dat dergelijke gebeurtenissen dekt, betaalt de verzekeringsmaatschappij een schadevergoeding, waardoor de onderneming wordt beschermd tegen verlies. Doorgaans betalen verzekeraars een percentage van de verliezen nadat de verzekerde een aftrekbaar bedrag heeft betaald.
Een borgsom is een contract van drie partijen. De principaal is de onderneming of persoon die de obligatie koopt van de tweede partij, de borg genoemd. In het geval van een vordering, betaalt de borg een bepaald bedrag aan de partij die de obligatie vereist, de schuldenaar genoemd. Zo beschermt een obligatie de schuldenaar tegen verlies. Obligaties worden gebruikt in situaties waarin een schuldenaar zekerheid wil dat een dienst of een contract op bevredigende wijze wordt uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn bouwprojecten, schoonmaakdiensten, notarisdiensten en overheidscontracten die obligaties verplichten. In het geval dat de borg een claim moet betalen, kan hij het geld van de opdrachtgever terugkrijgen. Dat wil zeggen, de opdrachtgever is niet beschermd tegen verlies, alleen de schuldenaar.