Arbeidsverhoudingen beschrijven de complexe, steeds veranderende relatie tussen het management van de industrie en haar werknemers. Er zijn verschillende mainstream theorieën over arbeidsverhoudingen, die werknemersbonden en bedrijfsbeheer met verschillende verantwoordelijkheden en functies uitdragen.
Drie hoofdtheorieën
Er zijn vier primaire theorieën van arbeidsverhoudingen: unitarist, pluralistisch, marxistisch en radicaal. Deze theorieën benadrukken (of ontslaan) verschillende elementen van het arbeidsverhoudingsproces en / of functie, afhankelijk van de waarden en normen vereerd door de filosofie.
Unitarist-theorie
De unitaristische theorie van arbeidsverhoudingen benadrukt de afhankelijkheid van werkgevers en werknemers. Voor een unitarist is een organisatie een geïntegreerd, vriendelijk en samenwerkend geheel.
Unitaristen zijn niet voorstander van werknemersvakbonden. Zij zijn van mening dat loyaliteit aan een dergelijke organisatie afbreuk zou doen aan de loyaliteit van werknemers aan een bedrijf (waardoor de band tussen werkgever en werknemers wordt verstoord).
Pluralistische theorie
De pluralistische theorie benadrukt de representatieve functie van management en vakbonden, en het versterkt de waarde (en legitimiteit) van collectieve onderhandelingen.
Pluralisten erkennen organisaties binnen het management en binnen vakbonden als legitiem. Zij geloven dat de primaire functie van het management is om te coördineren, communiceren en te overtuigen, in plaats van te controleren of te eisen.
Radicale theorie
Om niet te worden verward met de marxistische theorie, beschouwt de radicale theorie industriële relaties als een noodzakelijk (maar niet ideaal) resultaat van werknemers die zichzelf beschermen tegen krachtige big-business.
Radicalen zijn van mening dat ondernemingen die winst nastreven geen achting hebben (afgezien van wettelijke verplichtingen) voor hun werknemers, en bereid zijn winst te behalen bij elke beschikbare gelegenheid.
Marxistische theorie
De marxistische theorie van industriële relaties beweert dat het kapitalisme corruptie en hebzucht voortbrengt, waardoor de werknemer lijdt terwijl bedrijven winst maken.
Marxisten beweren dat instellingen veel betere werkgevers zouden zijn als ze zouden worden gerund als staatsorganisaties, terwijl de compensatie zou worden gestandaardiseerd om een coöperatieve, niet-concurrerende werkomgeving te bevorderen.