Bedrijven met een onnauwkeurige voorraaddatabase die overmatige aankopen doet, kunnen overtollige voorraad genereren. Bedrijven kunnen ook overtollige voorraad kopen om te dienen als bescherming tegen stock-outs of onvoldoende voorraad om te voldoen aan de vraag van klanten. Het opslaan van overtollige voorraad en ontoereikende benodigdheden kunnen problemen voor het bedrijf veroorzaken. Door een nauwkeurige voorraaddatabase en prognosemethode te ontwikkelen, kan de organisatie de juiste voorraadniveaus kopen en opslaan. Een overmaat aan voorraad, terwijl het een buffer kan vormen tegen stock outs, is geen wenselijke voorwaarde voor een bedrijf.
Kosten
Overtollige inventaris koppelt fondsen die het bedrijf mogelijk in andere gebieden zou kunnen gebruiken. De organisatie mist een mogelijkheid om andere producten of materialen aan te schaffen en te verkopen wanneer het bedrijf geld in beslag neemt boven de voorraden. De grotere opslag van materialen verbruikt ook opslagruimte, waardoor het bedrijf mogelijk extra opslagruimte moet huren. Bedrijven die de voorraad financieren, betalen extra kosten totdat het bedrijf het materiaal gebruikt of verkoopt.
Veroudering
Het bedrijf kan het risico nemen dat overtollige voorraad verouderd raakt of uit de mode raakt terwijl hij op een magazijnplank zit. Productiebedrijven lopen het risico de waarde van het opgeslagen materiaal te verspillen als klanten de specificaties of de vereiste materialen in producten wijzigen.
Kwaliteit
Het opslaan van overtollige voorraad vertraagt ook de tijd dat een bedrijf een kwaliteitsprobleem in de opgeslagen materialen opmerkt. Hoewel een kwaliteitsprobleem onopgemerkt blijft, kan de leverancier die het materiaal levert doorgaan met het produceren en verzenden van het product met het defect. Door materialen zo snel mogelijk na aankoop te gebruiken, kan het bedrijf kwaliteitsissues vinden en de leverancier onmiddellijk op de hoogte brengen.
Verminderde flexibiliteit
Het opslaan van overtollige voorraad verhoogt de tijd die een bedrijf moet nemen om over te schakelen naar nieuwe producten. Dit vermindert de flexibiliteit die een organisatie heeft bij het reageren op veranderingen in de markt en de vraag van klanten. Het bedrijf dat fondsen in een product aanbindt om aan het publiek te verkopen, heeft bijvoorbeeld niet het geld om een artikel te kopen dat waarschijnlijk sneller zal verkopen. Het bedrijf moet het opgeslagen materiaal verkopen om het geld te krijgen om nieuwe producten te kopen. Dankzij een beperkt voorraadniveau kan het bedrijf flexibel blijven ten opzichte van veranderingen in de markt.