Organisatietheorie is een verzameling ideeën en studies over hoe mensen in groepen omgaan. Een basiskennis van de organisatietheorie is essentieel als u een bedrijf leidt, omdat u waarschijnlijk werknemers hebt. Het is belangrijk om de principes te begrijpen van hoe zij om elkaar heen handelen, hoe zij met u handelen, wat hen motiveert en wat voor soort prikkels zij zouden moeten hebben. Het begrijpen van de organisatietheorie is de eerste stap om uw medewerkers en uzelf te begrijpen.
Kleine batchproductie
Organisaties die kleine hoeveelheden hoogwaardige producten of services maken (zoals computerprogramma's, juridisch advies of copywriting) neigen ertoe zich meer te richten op de mensen die het product maken en minder op het product zelf. Dit komt omdat elke persoon in deze situaties meer waarde toevoegt; kleine batchbedrijven kunnen meer doen met minder. Ze hebben minder personeel, minder managers en een hogere specialisatie.
Grootschalige productie
Sommige bedrijven creëren grote hoeveelheden producten en diensten. In plaats van kleine hoeveelheden producten voor een grote hoeveelheid geld te verkopen, doen ze het tegenovergestelde (in verhouding tot de kosten). Deze bedrijven volgen een ander principe van organisatie. De lagere niveaus van deze bedrijven zullen grote hoeveelheden laaggeschoolde mensen hebben die minder verdienen, en meer managers.
Klassieke theorie
De klassieke theorie is nauw verwant aan de productie van grote partijen, en kwam inderdaad tot stand in het begin van de 20e eeuw toen de meeste organisaties productiebedrijven waren. Het volgt een wetenschappelijke methode: elke factor onderzoeken die bij de productie betrokken is, één voor één aanpassen en beoordelen of deze de productiviteit verhoogt of verlaagt. Klassieke theorie is buitengewoon effectief op papier omdat het mensen tot economische actoren reduceert; het gaat ervan uit dat hun prestaties direct gerelateerd zijn aan hoeveel geld ze verdienen, terwijl de realiteit is dat mensen veel complexer zijn. De klassieke organisatietheorie is echter belangrijk omdat het een raamwerk vormt waarop andere theorieën kunnen worden gebouwd.
Neoklassieke theorie
De neoklassieke theorie is een meer moderne, veelzijdige theorie van organisatie. Het erkent het feit dat werknemers zich vaak irrationeel gedragen en reageren op niet-economische prikkels zoals meer verlichting of een beter gevoel van een verband tussen hun arbeid en het eindproduct.
Centralisatie versus decentralisatie
Gecentraliseerde organisaties zijn in wezen bureaucratieën. Iedereen moet rapporteren aan een leidinggevende voordat ze beslissingen nemen en alles wordt uiteindelijk beheerd door het hoofdkantoor. Een gedecentraliseerde organisatie daarentegen laat managers hun eigen beslissingen nemen en concentreert zich op resultaten in plaats van een in-steenproces te volgen. Beide kunnen werken, afhankelijk van de behoeften en cultuur van de organisatie in kwestie, dus het is belangrijk om de voor- en nadelen van beide te begrijpen.