Fiscaal beleid wordt gedefinieerd als overheidsuitgaven en belastingen, en speelt een belangrijke rol bij de economische stabilisatie. Expansief begrotingsbeleid, zoals hogere uitgaven en belastingverlagingen, kan een gehavende economie stimuleren en terugbrengen naar een groeitraject. Tegenovergesteld fiscaal beleid, aan de andere kant, kan het inflatierisico in een oververhitte economie controleren. Aangezien het belastingbeleid directe en meetbare effecten heeft op de werkgelegenheid en het consumenteninkomen; het staat op gespannen voet met zowel economische als politieke agenda's.
Fiscale beleidsinstrumenten
Het fiscaal beleid is onderverdeeld in twee categorieën: overheidsuitgaven en belastingen. Als spender heeft de overheid de macht om banen in de publieke sector te creëren en te belonen, te investeren in openbare werken zoals snelwegen en overdrachtsbetalingen aan de burgers te bieden, zoals sociale uitkeringen. Als belastingplichtige heeft de overheid de bevoegdheid om belastingen te heffen op particulieren en bedrijven, waardoor ze effectief hun beschikbare inkomen verhogen of verlagen.
Uitbreidbaar Fiscaal beleid
Fiscaal beleid is naar verluidt los of expansief wanneer de overheidsuitgaven de inkomsten overtreffen. In deze gevallen heeft het begrotingsbudget een tekort. Hoewel het absolute tekort van belang is, is het vaak belangrijker dat het tekort (of overschot) verandert. Het overheidsoptreden om belastingen te verlagen, de overdrachtsbetalingen te verhogen of beide, heeft als effect dat het besteedbare inkomen van huishoudens wordt verhoogd en de consumentenbestedingen worden bevorderd.
Tegengesteld Fiscaal beleid
Er wordt gezegd dat het fiscale beleid krap of contrair is wanneer de overheidsinkomsten hoger zijn dan de uitgaven. In deze gevallen heeft het begrotingsbudget een overschot. Hoewel het absolute overschot belangrijk is, is de verandering in het overschot (of tekort) vaak belangrijker. Overheidsmaatregelen om de belastingen te verhogen, overdrachtsbetalingen te verminderen of beide, hebben als effect dat het besteedbare inkomen van huishoudens wordt verlaagd en de consumentenbestedingen worden gedrukt.
Effect op de rentetarieven en de wisselkoers
Fiscaal beleid heeft macro-economische gevolgen die verder gaan dan de consumentenbestedingen. Het heeft met name invloed op de rente en wisselkoers. Wanneer de overheid een tekort heeft, moet ze van beleggers lenen door staatsobligaties uit te geven. Dit heeft als effect dat de rente wordt verhoogd, omdat de overheid concurreert met andere kredietnemers, zoals bedrijven, voor besparingen van consumenten. Een hogere rente heeft het domino-effect van het aantrekken van meer buitenlands kapitaal, wat leidt tot een appreciatie van de dollar.
Beperkingen van het fiscaal beleid
Op de lange termijn zijn de effecten van het begrotingsbeleid beperkt omdat verschuivingen in de geaggregeerde vraag zich manifesteren in het prijsniveau, niet in de output. Over lange perioden wordt de output van een economie bepaald door het aanbod, niet de vraag, van productiefactoren: kapitaal, arbeid en technologie. Het fiscale beleid kan tijdelijk van invloed zijn op de output van een economie, maar pogingen om deze natuurlijke output op de lange termijn te manipuleren, zullen waarschijnlijk steeds minder effectief zijn.