Met de explosie van internet zijn organisaties geëvolueerd. Terwijl bijna alle organisaties eeuwenlang dezelfde structuur volgden, bestaan er nu veel verschillende soorten organisaties. De oude structuur, nu "traditioneel" genoemd, bestaat nog steeds. Drie belangrijke kenmerken vormen een traditionele organisatie.
Structuur
Traditionele organisaties zijn gebaseerd op een hiërarchie. In het bedrijfsleven staat de chief executive officer (CEO) of president aan de top met andere senior executives onder, dan managers en werknemers. Dit is vereenvoudigd, maar het idee is dat er aan de bovenkant minder posities zijn dan aan de onderkant. Communicatie loopt op en neer de hiërarchische ladder. U spreekt met uw manager, die praat met hun manager, die met hun manager praat, totdat, indien nodig, zij de CEO of president bereikt. Informatie reist op een omgekeerde manier de ladder af.
Goals
De kern van de definitie van een traditionele organisatie is het doel. In een traditionele organisatie is winst de bottom line. In niet-traditionele organisaties kan de bottom line mensen helpen, bijvoorbeeld bij non-profitorganisaties.
specialisatie
Traditionele organisaties maken meestal gebruik van specialisaties, zoals afdelingen. Deze specialisatie maakt de organisatie tot een hiërarchie. Een groep mensen werkt bijvoorbeeld samen onder één manager om een doel te bereiken. Die manager is gegroepeerd met de managers van andere afdelingen onder een andere manager. In niet-traditionele organisaties bestaan afdelingen mogelijk niet. In plaats daarvan helpen werknemers waar nodig en beheren ze zichzelf als dat nodig is.