Beweringen dat overheidsinterventie en bedrijfsregulering de ethiek zullen bevorderen, zijn een veelvoorkomend argument geworden. Dergelijke regeringsacties hebben echter consequenties die een gelijke, tegenovergestelde negatieve reactie uitlokken die eventuele positieve effecten tenietdoet. De wetten van "onbedoelde gevolgen" zijn vrij duidelijk; de complexiteit van het reguleren van uitkomsten leidt vaak tot ongewenste effecten. Overheidsinterventie en regulering van het bedrijfsleven hebben innovatie en bedrijfsgroei belemmerd, met als gevolg minder banen en de uittocht van bedrijven naar het buitenland.
Bevordering van bedrijfsethiek door middel van regelgeving
Hoewel het reguleren van bedrijven ten behoeve van de samenleving een geldige wens is, brengen de daaruit voortvloeiende onbedoelde consequenties sociale schade toe. Als we de kwestie van de bedrijfsethiek op een rationele manier bekijken, kunnen we zien dat de overgrote meerderheid van bedrijven wordt geopereerd vanuit de vooronderstelling van hun voordeel voor de samenleving.
Vandaar dat voorschriften, die meestal worden aangespoord door de wandaden van een of twee slechte acteurs, veronderstellen dat alle bedrijven onethisch zijn en daarom moeten ze allemaal worden gereguleerd. In het beste geval is deze filosofie onlogisch omdat mensen op jonge leeftijd ethiek van hun ouders leren. Door de leeftijd waarop individuen bedrijven beheren, is hun ethische basis al gevormd.
Business verwelkomt meer regelgeving
Een vaak gepleit argument voor regelgeving is dat grote bedrijven van mening zijn dat er meer regelgeving moet zijn om de samenleving te beschermen. Dit is een prachtige soundbite maar een slecht argument. Elk bedrijf dat op zoek is naar meer regulering is een bedrijf dat van een dergelijke interventie wil profiteren.
Overheidsregulering creëert belemmeringen voor nieuwe bedrijven om de markt te betreden. Deze belemmeringen geven bestaande bedrijven duidelijke concurrentievoordelen ten opzichte van potentiële concurrenten. De toenemende regelgeving komt dus ten goede aan grote bestaande bedrijven, hetgeen de concurrentie vermindert en onethische handelspraktijken bevordert.
Regeringsverordening: goede bedoelingen, slechte resultaten
Zeker, de overheid heeft een rol in het beschermen van de maatschappij tegen gewetenloze zakelijke praktijken. Bedrijven hebben echter ook een fiduciaire verantwoordelijkheid tegenover hun aandeelhouders en een verantwoordelijkheid tegenover hun klanten.
Wanneer overheidsingrijpen en -regulering zichzelf in bedrijfsactiviteiten invoegen, leiden de goede bedoelingen van regelgeving ertoe dat bedrijven hun aandeelhouders verwaarlozen en nalaten hun klanten optimale producten en diensten te bieden.
Enron en WorldCom zijn bijvoorbeeld perfecte voorbeelden van de weinige die draconische regelgeving dwingen, via de Sarbanes Oxley-wet, over de vele, volkomen legitieme en ethische bedrijven. Deze verordening heeft openbare bedrijven gemotiveerd om particuliere en particuliere bedrijven te gaan gebruiken om in het buitenland naar buiten te gaan. Als gevolg daarvan is de maatschappij niet beter af en vanwege zorgen over het overtreden van Sarbanes Oxley-voorschriften schieten bedrijven tekort in hun fiduciaire verantwoordelijkheid jegens aandeelhouders.
De logica van overheidsinterventie en regulering van bedrijfsethiek
Het geloof of de veronderstelling die het maatschappelijk denken doordringt in de Verenigde Staten, is dat overheidsregulering van het bedrijfsleven het dilemma van bedrijven die handelt ten nadele van de samenleving, zal oplossen. Aangezien zowel het bedrijfsleven als de overheid concurrenten zijn en beide entiteiten door mensen worden beheerd, hoe komt het dan dat de individuen die de overheid besturen ethischer zijn dan die individuen die zaken doen? Ze streven immers tenslotte naar macht en invloed op de samenleving.