Wanneer bedrijven en particulieren de kosten van het produceren van een product of het uitvoeren van een activiteit berekenen, negeren ze vaak kosten die niet meteen zichtbaar zijn. Een autobezitter houdt bijvoorbeeld rekening met de kosten van brandstof, onderhoud en de waarde van haar auto, maar houdt mogelijk geen rekening met de kosten van het onderhoud van wegen of het bieden van gezondheidszorg aan personen die door vervuiling zijn getroffen. De kosten voor de eigenaar van de auto worden privékosten genoemd en indirecte kosten worden externe kosten genoemd. De combinatie van private en externe kosten resulteert in de maatschappelijke kosten. Omdat er zoveel variabelen bij betrokken zijn bij het berekenen van de maatschappelijke kosten van een economische activiteit, kan het moeilijk te bepalen zijn.
Bereken privékosten. Voor bedrijven zijn deze relatief eenvoudig te volgen. Ze omvatten fysiek kapitaal dat is geïnvesteerd in gebouwen of apparatuur en menselijk kapitaal dat is geïnvesteerd in arbeid. Voor consumenten kan het berekenen van privé-kosten ingewikkelder zijn. In het voorbeeld dat in de inleiding wordt gebruikt, wil de eigenaar van de auto mogelijk ook de rijtijd of tijd besteden aan het wassen van haar auto als onderdeel van haar privékosten.
Bereken externe kosten. Externe kosten worden niet verantwoord in de privé-kosten van een bedrijf of particulieren, maar dat kost iemand iets. Deze variëren en zijn niet altijd duidelijk. Een fabriek die bijdraagt aan de vervuiling van een rivier, zou voor de lokale overheid een duidelijke kostenpost zijn om de rivier schoon te maken en een minder voor de hand liggende kosten voor het publiek die niet in de rivier zouden kunnen zwemmen.
Voeg privékosten en externe kosten toe. Het resultaat is de maatschappelijke kost. Het berekenen van sociale kosten is belangrijk omdat het economen in staat stelt om te bepalen of bepaalde concurrerende markten werken aan sociaal efficiënte outputcijfers.