Banken bieden zekerheid voor het geld en de investeringen van hun klanten terwijl ze winst maken voor investeerders en aandeelhouders. De meeste banken bieden leningen, spaaropties, obligaties en depositocertificaten en in sommige gevallen diensten voor verzekering en vermogensbeheer. Banken concurreren met elkaar om klantentrouw en moeten ook concurreren met niet-bancaire instellingen, zoals verzekeringsmaatschappijen en onafhankelijke financiële adviseurs. Bankpresidenten verdienen een salaris plus bonussen, winstdeling en commissie.
Nationaal gemiddeld salaris
Een Payscale-rapport dat in december 2010 werd bijgewerkt, toont dat bankpresidenten een jaarsalaris verdienen van $ 96.000 tot $ 194.000. Een deel van dit inkomen komt van bonussen, die in totaal maar liefst $ 30.000 per jaar bedragen, en winstdelingstotalen van maar liefst $ 10.000 per jaar. Bankpresidenten die commissies verdienen, melden dat ze maar liefst $ 23.000 per jaar aan commissies ontvangen.
Salaris per bankgrootte
Voorzitters van kleinere banken hebben de neiging om een inkomen te verdienen dat niet veel minder is dan presidenten van grote banken. Vanaf 2010 heeft een grote bank met 5.000 werknemers of meer een budget van $ 200.000 of meer voor zijn president, volgens PayScale. Toch melden presidenten van banken met minder dan 200 werknemers wel $ 163.000 per jaar, en presidenten met kleine, lokale banken van 50 of minder werknemers melden dat ze maar liefst $ 134.000 per jaar verdienen.
Onderwijs en training
Van bankpresidenten wordt verwacht dat zij een universitaire graad hebben, zegt het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics, bij voorkeur een diploma in een onderwerp dat betrekking heeft op bankieren, zoals bedrijfsbeheer of boekhouding. Alle bankpersoneel wordt aangemoedigd om lessen te blijven volgen tijdens hun dienstverband, waarbij onderwerpen worden behandeld als budgetbeheer, financiële analyse en boekhoudbeheer.
Carrière Outlook
Het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics projecteert een 8 procent banengroei voor alle bankpersoneel tot 2018. Nieuwe lokale vestigingen zullen worden gebouwd om tegemoet te komen aan de consumentenvraag naar gemak, waarbij veel van hen op niet-traditionele locaties verschijnen, zoals in supermarkten en winkelcentra. Bovendien zal de ouder wordende babyboomerspopulatie een behoefte aan persoonlijke bankdiensten creëren, aangezien ouderen meer geneigd zijn dan jongeren om hun geld te sparen.