Controlediagrammen worden gebruikt voor het bewaken van de uitvoer van een bepaald proces, waardoor ze belangrijk worden voor procesverbetering en systeemoptimalisatie. Hoewel deze statistische hulpmiddelen wijdverspreide toepassingen hebben in service- en productieomgevingen, hebben ze toch een aantal nadelen.
Valse alarmen
Controlediagrammen zijn ontworpen om de variatie in processen te meten, inclusief gemeenschappelijke oorzaakvariatie en speciale oorzaakvariatie. Veel voorkomende oorzaakvariatie wordt als normaal beschouwd, willekeurige variatie binnen een proces, terwijl een speciale oorzaakvariatie het gevolg is van kapotte machines of een ander procesdefect. Een controlekaart kan soms aangeven dat een proces uit de hand loopt en dat er een speciale oorzaakvariatie is wanneer er geen is. Deze valse alarmen kunnen onnodige downtime en vertragingen veroorzaken, wat een zakelijk geld kan kosten.
Foutieve veronderstellingen
Er zijn twee hoofdaannames die ten grondslag liggen aan controlekaarten, die de nauwkeurigheid van de aan gebruikers verstrekte informatie dicteren. De eerste is dat de meetfunctie die een procesparameter bewaakt een normale verdeling heeft. In werkelijkheid is dit misschien niet het geval, wat betekent dat een controlekaart geen betekenisvolle gegevens kan produceren. De tweede veronderstelling is dat metingen onafhankelijk van elkaar zijn, wat ook niet waar is. Als beide aannamen op de een of andere manier gebrekkig zijn, zullen controlekaarten niet bruikbaar zijn.
Speciale training
Hoewel controlekaarten wiskundig niet moeilijk te begrijpen zijn, hebben ze speciale training nodig om te maken en te gebruiken. Controlediagrammen gebruiken basisstatistieken, zoals gemiddelde en standaardafwijkingen. Kleine organisaties met beperkte trainingsbronnen en beperkte ervaring met kwaliteitsborgingstechnieken zullen waarschijnlijk moeite hebben met het implementeren en gebruiken van controlekaarten. Bedrijven moeten beslissen of ze hun werknemers kunnen trainen in lean- en Six Sigma-tools voordat ze deze kwaliteitsinstrumenten gebruiken om hun processen te verbeteren.
Misplaced Control Limits
Bovenste en onderste besturingslimieten worden toegevoegd aan controlediagrammen om te helpen bepalen wanneer een proces buiten controle is. Controlelimieten kunnen te dicht bij of te ver van het procesgemiddelde worden ingesteld, waardoor de informatie die door controlediagrammen wordt geproduceerd, wordt vervormd. Als controlelimieten te ver weg zijn ingesteld, zijn operators mogelijk niet op de hoogte dat speciale oorzaakvariatie de kwaliteit van procesuitgangen beïnvloedt. Evenzo kunnen limieten die te dicht bij het gemiddelde liggen, valse alarmen veroorzaken wanneer een proces nog steeds onder controle is.