Verschil tussen functioneel en disfunctioneel personeelsverloop

Inhoudsopgave:

Anonim

Het personeelsverloop is op zichzelf noch goed noch slecht. Dit bepaalt of het een functionele of disfunctionele omzet is. HR-managers moeten de verschillen tussen deze twee soorten omzet begrijpen, zodat ze kunnen begrijpen hoe ze omzet kunnen stimuleren die de onderneming ten goede komt in plaats van schade te berokkenen.

Medewerkers omzet

Het personeelsverloop is het percentage waarmee werknemers een bedrijf op jaarbasis verlaten. Het kan worden uitgedrukt als een percentage door het aantal werknemers dat over het jaar is vertrokken te delen door het totale aantal werknemers dat aan het begin van het jaar bij de onderneming was. Als een bedrijf bijvoorbeeld aan het begin van het jaar 100 werknemers heeft en 12 werknemers verliest, heeft het een omzet van 12 procent.

Functionele omzet

Functionele omzet treedt op wanneer mensen die het bedrijf verlaten slecht presteren. Dit is gebruikelijk in grote advies-, boekhoud- en advocatenkantoren die een 'up or out'-filosofie hanteren. Medewerkers in zo'n bedrijf moeten zich ontwikkelen en verbeteren om hogerop te komen. Degenen die niet in staat zijn om vooruitgang te boeken, worden losgelaten. Bijgevolg hebben deze bedrijven een hoge omzet, maar de werknemers die overblijven, zijn de beste en de helderste.

Disfunctionele omzet

Disfunctionele omzet is precies het tegenovergestelde van functionele omzet, omdat de beste werknemers vertrekken. Dit kan verschillende redenen hebben, maar een veelvoorkomende oorzaak is dat er weinig potentieel is om door te gaan. Als een bedrijf bijvoorbeeld zijn managementfuncties vervult met externe kandidaten en deze niet aanbiedt aan interne werknemers, zullen werknemers waarschijnlijk externe mogelijkheden voor verbetering zoeken.

Beheersing van omzet

HR-managers moeten functionele omzet stimuleren en proberen een disfunctionele omzet te voorkomen. Ze zouden een evaluatiesysteem moeten invoeren dat slecht presterende en slecht presterende bedrijven kan identificeren. Onderpresteerders moeten worden aangemoedigd om te verbeteren en als ze dat niet kunnen, moeten ze worden losgelaten. De toppresteerders moeten worden voorzien van uitdagende nieuwe kansen en promoties, zodat het bedrijf ze kan houden.