Decentralisatie houdt in dat de besluitvorming door een organisatie wordt verspreid in plaats van dat een paar alle beslissingen neemt. Decentralisatie is een kwestie van gradatie. Aan het ene uiteinde van het spectrum, heeft een sterk gedecentraliseerde organisatie lagere managers en werknemers die beslissingen nemen. Aan het andere uiteinde van het spectrum, in andere sterk gedecentraliseerde organisaties, hebben deze managers weinig vrijheid om beslissingen te nemen. De meeste organisaties vallen ergens tussen deze twee uitersten, en er is een trend in de richting van meer decentralisatie.
Eerste voordeel van decentralisatie
Het topmanagement is vrij om zich te concentreren op probleemoplossing op hoog niveau, bedrijfsstrategie, besluitvorming op hoger niveau en coördinerende activiteiten. Door decentralisatie is het topmanagement vrij van de dagelijkse 'niet-belangrijke' details van het runnen van een bedrijf. Het topmanagement kan zich concentreren op belangrijke financiële beslissingen, werving, training en onderhoud van een productief personeelsbestand en het bedrijf positioneren als een kracht in zijn sector.
Tweede voordeel van decentralisatie
Decentralisatie biedt managers op een lager niveau cruciale ervaring bij het nemen van beslissingen. Zonder deze ervaring zouden ze niet bereid zijn om daadkrachtig op te treden wanneer ze gepromoveerd worden naar hogere functies. Deze zogenaamde beslissingen op een lager niveau zouden zich kunnen concentreren op de vraag wie in een bepaalde afdeling zit met welk projectteam of welke werknemers werken die verschuiven. Deze beslissingen zijn belangrijk, maar niet zo cruciaal als het ontwikkelen van criteria voor het aannemen en ontslaan van werknemers.
Eerste nadeel van decentralisatie
Managers op een lager niveau kunnen beslissingen nemen zonder de effecten die deze beslissingen op de organisatie als geheel kunnen hebben volledig te begrijpen. Hoewel managers op het hoogste niveau minder informatie hebben over lokale activiteiten dan managers op lager niveau, hebben ze normaal gesproken meer informatie over de bedrijfsfilosofie en moeten ze de bedrijfsstrategie beter begrijpen. Managers op lager niveau zijn niet altijd in staat om de impact van hun beslissingen te kennen als topmanagers.
Tweede nadeel van decentralisatie
Managers op een lager niveau kunnen doelen en doelen hebben die verschillen van die van de organisatie. Sommige managers op een lager niveau zijn mogelijk meer geïnteresseerd in het vergroten van de omvang van hun afdelingen dan in het verhogen van de winst van het bedrijf. Topmanagers moeten hun ogen hebben gericht op de dollar en de impact ervan op het bedrijf. Veel managers op lager niveau hoeven zich niet bezig te houden met financiën zoals hun broeders op het hoogste niveau.