Multinationale ondernemingen die in gastlanden investeren, kunnen die landen op verschillende manieren beïnvloeden. Ontwikkelingslanden worden bijvoorbeeld over het algemeen gekenmerkt door zwakke, technologisch achterlijke binnenlandse ondernemingen. De toetreding van een multinationale onderneming tot een achtergebleven markt zal resulteren in een infusie van investeringskapitaal, geavanceerde technologie en deskundige kennis, die het ontwikkelingsland ten goede kan komen als die kennis en technologie wordt overgedragen aan de lokale bevolking. Een negatieve impact van een multinationale onderneming op een gastland kan zijn dat lokale bedrijven gedwongen worden hun bedrijf te verlaten omdat ze niet kunnen concurreren.
Overgangseconomieën
De zich ontwikkelende economieën van ontwikkelingslanden zijn aantrekkelijk voor multinationale ondernemingen vanwege hun lage arbeidskosten, overvloedige middelen en grote klantenbestanden. Gastheerstaten die groeien, openen hun markten om buitenlandse investeringen aan te trekken die de bedrijven kunnen leveren. De overgangseconomieën kunnen ook baat hebben bij de infusie van intellectueel kapitaal, financiële middelen, beste praktijken en technologie waartoe ze anders geen toegang zouden hebben.
Directe buitenlandse investeringen
Buitenlandse directe investeringen in gastlanden kunnen helpen de productiviteit, groei en export te verbeteren, maar de relatie tussen multinationals en gasteconomieën varieert op basis van de industrie en het specifieke land. China heeft bijvoorbeeld enkele van de positieve voordelen van directe buitenlandse investeringen gezien. In 1998 stond China op de 32e plaats op de schaal van export, maar in 2004 was het land de derde grootste exporteur ter wereld. Deze exporthausse is in deze periode gecrediteerd voor een aanzienlijke instroom van buitenlandse directe investeringen van multinationale ondernemingen.
Loonongelijkheid
Multinationals betalen soms hogere lonen aan hun werknemers in vergelijking met binnenlandse bedrijven. Multinationals neigen over het algemeen om hoger geschoolde, hooggekwalificeerde werknemers in dienst te nemen, hun personeel meer te betalen en toch te profiteren van lagere arbeidskosten, maar dit verschilt aanzienlijk van bedrijfstak. Sommige geleerden hebben ontdekt dat de vraag naar geschoolde arbeidskrachten door multinationals in het buitenland heeft geleid tot een verschuiving in de vraag naar arbeid in binnen- en buitenland. Dit heeft op zijn beurt geleid tot een onevenwicht in de inkomsten tussen geschoolde en ongeschoolde werknemers, leidend tot loonongelijkheid in het gastland en een vermindering van het aantal banen dat nodig is in het thuisland.
Belangenconflicten
Winst is de motiverende kracht die multinationale ondernemingen drijft, die ook gedreven zijn om grotere marktaandelen te bezitten en om op lange termijn het concurrentievermogen in de gastlanden te waarborgen. Belangenconflicten tussen deze bedrijven en gastmaatschappijen ontstaan op een aantal punten, waaronder intellectuele eigendomsrechten, operationele beslissingen die van invloed kunnen zijn op het milieu of mensenrechten, en de repatriëring van winst. Terwijl multinationale ondernemingen hun beslissingen baseren op economie, willen veel gastlanden dat deze beslissingen in overeenstemming zijn met de sociale en politieke behoeften van het land.