Ziekte-uitbarstingen in onze voedselbronnen kunnen verregaande en verwoestende gevolgen hebben. Om de ziekten van pluimveeproducten te helpen elimineren, heeft de federale overheid het National Poultry Improvement Plan of NPIP vastgesteld. De certificering is vrijwillig en toont aan dat pluimveehouders de stappen hebben genomen om hun kudden te beschermen.
Vind een aanbieder
De federale overheid houdt toezicht op de NPIP, maar een agentschap op staatsniveau beheert het certificeringsprogramma voor elke afzonderlijke staat. Het bureau dat de NPIP-certificering beheert, is meestal het ministerie van landbouw van de staat of een afdeling ervan. De NPIP-website biedt een volledige lijst van de officiële NPIP-coördinerende instantie en de contactinformatie van elke staat. Zodra de eigenaar van het pluimvee het kantoor van zijn staat vindt, kan hij bepalen welk subdeel hij geschikt acht voor certificering. NPIP gebruikt zes niet-commerciële subdelen en vier commerciële subdelen. Subdelen beschrijven de verschillende soorten pluimvee, zoals kip of watervogels, en hoe ze zullen worden gebruikt, zoals voor commercieel of privégebruik.
Certificering aanvragen
Het NPIP-bureau in elke staat heeft meestal de eigenaar van het pluimvee een aanvraag in. Het bureau voert vervolgens een eerste inspectie uit van het eigendom van de eigenaar. Tijdens de inspectie wordt gecontroleerd of de accommodatie over alle juiste apparatuur en faciliteiten beschikt om gezond pluimvee groot te brengen. Na inspecties tekent de eigenaar een overeenkomst met het agentschap van die staat, betaalt de juiste kosten en ontvangt een certificaat. Het bedrag aan certificeringskosten varieert sterk van staat tot staat en is afhankelijk van het certificeringsdeel van de eigenaar. Sommige staten brengen niets in rekening om deel te nemen aan het programma.
Voer eerste testen uit
De meeste NPIP-agentschappen van de staat eisen dat de eigenaar van het pluimvee een eerste testprocedure voor Salmonella pullorum-tyfus doorloopt. Eigenaars kunnen ook testen op mycoplasma en vogelgriep, hoewel die tests niet verplicht zijn. Veel bureaus voeren deze eerste test uit tijdens de inspectie. Het aantal geteste vogels tijdens de eerste test en elke jaarlijkse test varieert van staat tot staat. In Illinois is bijvoorbeeld het maximum aantal vogels dat eigenaren moeten testen 300. In Idaho, als een koppel minder dan 300 vogels heeft, moeten alle vogels worden getest. Koppels groter dan 300 hebben slechts 300 geteste vogels nodig. Om te slagen en NPIP-certificering te behalen, moet een koppel vrij zijn van de geteste ziekten.
Indienen voor jaarlijks testen
Verdienen van certificering betekent dat de eigenaar instemt met het jaarlijks testen en monitoren van verschillende pluimveeziekten, waaronder Salmonella, mycoplasma en aviaire influenza. Afhankelijk van de staat moeten pluimveehouders wellicht zelf testen of het bureau mag de tests uitvoeren. In Idaho moeten NPIP-gecertificeerde pluimveehouders bijvoorbeeld testapparatuur bestellen en training krijgen op de apparatuur voordat ze officieel worden gecertificeerd. Sommige staten staan individuen toe om door training te gaan om testers te worden en hun eigen testdiensten aan pluimveehouders te verlenen.