De groeisnelheid van gewassen is een maat voor de toename in grootte, massa of aantal gewassen in een bepaalde periode. De toename kan in veel gevallen worden uitgezet als een logaritmische of exponentiële kromme. De absolute groeisnelheid is de helling van de curve. De relatieve groeisnelheid is de helling van een curve die de logaritmische groei gedurende een bepaalde periode weergeeft. Een exponentiële groeisnelheid is niet duurzaam in de tijd. De curve wordt doorgaans vlakker en vertegenwoordigt op een bepaald moment een verzadiging in de groei. De berekening van de gewasgroeisnelheid is afhankelijk van de waarden van NAR (Net Assimilation Rate) en LAI (Leaf Area Index) van het gewas.
Maak een grafiek van de absolute en relatieve groei van het gewas in dezelfde periode. Bereken AGR (Absolute Growth Rate) door de helling van de absolute groeicurve te meten. Bereken RGR (relatieve groeisnelheid) door de helling van de relatieve groeicurve te meten.
Bereken de LAR (Leaf Area Ratio) met de volgende formule:
LAR over de levensduur van het gewas = eindbladoppervlak / drooggewicht van eindfabriek
Deze waarde vertegenwoordigt de efficiëntie van een bepaald bladoppervlak.
Bereken de NAR (Net Assimilation Ratio) met de volgende formule:
NAR = RGR / LAR
Deze waarde vertegenwoordigt de efficiëntie van de productie.
Gebruik de waarden die zijn gegenereerd in stap 1 tot 3 om de CGR (gewasgroeisnelheid) te berekenen met de volgende formule:
CGR = NAR * LAI
De groeisnelheid van het gewas is de efficiëntie van het volledige gewas over een bepaald bodemoppervlak.
Tips
-
Kruidachtige planten hebben een hogere groeisnelheid dan houtachtige planten.