Een integratieve overeenkomst is een overeenkomst waarin beide partijen ervaren dat ze meer ontvangen dan dat ze opgeven. Anderszins bekend als het "win-win" -scenario, is het anders dan een compromis omdat beide partijen menen dat ze niets opgeven in een onderhandeling, of dat wat ze ervan krijgen waardevoller is dan wat ze toegeven. Dit staat bekend als meerdere compatibele elementen, en ze culmineren in een sterke en stabiele overeenkomst met veel voordeel voor iedereen. Socioloog Dean Pruitt identificeerde vijf soorten integratieve overeenkomsten in zijn boek 'Negotiation Behavior' uit 1981.
De taart uitbreiden
Wanneer conflicten worden veroorzaakt door een gebrek aan middelen, kan er vaak een oplossing worden gevonden door 'de cirkel uit te breiden' of door beschikbare bronnen uit te breiden. Een beroemd voorbeeld is het volgende: twee melkbedrijven wilden als eerste hun product afleveren op een creamery-platform. Hun conflict was opgelost toen het platform werd uitgebreid om de vrachtwagens van beide bedrijven te huisvesten.
Niet-specifieke compensatie
Bij niet-specifieke compensaties krijgt de ene partij wat ze wil door de andere partij iets terug te betalen dat niets te maken heeft met de oorspronkelijke bron van conflict. De partij "koopt" de concessies van de andere partij gewoon af en kan verkrijgen wat hij wil door iets te verkopen waarvan de andere partij heeft begrepen dat het het wil of nodig heeft. Een voorbeeld van een dergelijke integratieovereenkomst is een van de bovengenoemde melkbedrijven die de andere betaalt voor het voorrecht om eerst het platform te gebruiken.
Het verrollen van balken
Bij logrolling geeft een partij toe over zaken die zij als een lage prioriteit beschouwt, wat volgens de andere partij een hoge prioriteit heeft. Elke partij krijgt ten minste een deel van de eisen die zij het meest belangrijk of het meest waardevol acht. Logrolling is als een niet-specifieke compensatie beschouwd omdat in het voorbeeld van het melkbedrijf het bedrijf dat zijn recht op levering als eerste opgeeft omdat het het extra geld belangrijker vindt dan het eerst.
Kostenbesparing
Bij kostenbesparingen krijgt de ene partij wat ze wil, maar zonder bijkomende kosten wanneer de andere partij het toestaat. Het resulteert in hoge gezamenlijke voordelen, niet omdat een partij van positie is veranderd, maar omdat de andere partij minder lijdt door zich aan de vraag te houden. Een voorbeeld van kostenbesparing is wanneer een melkbedrijf besluit dat het in eerste instantie niet uitmaakt hoeveel melk het verkoopt.
bridging
Bij het overbruggen krijgt geen van beide partijen zijn oorspronkelijke eisen, maar ze zijn in staat om met nieuwe oplossingen te komen die aan de onderliggende redenen voor hun eisen voldoen. De doelen van elke partij zijn compatibel geworden en tijdens het gebruik van deze methode worden de onderliggende interesses en posities van elke partij ontdekt. Een voorbeeld van overbrugging kan de volgende zijn. De melkbedrijven ontdekken dat de veronderstelling dat het leveren van hun melk als eerste voordeel zou opleveren, niet juist was, maar voor hun situatie zou een andere levertijd hen hetzelfde voordeel opleveren.