Elasticiteit in de economie breidt de principes van vraag en aanbod uit door na te gaan hoe deze twee krachten reageren op veranderingen in prijzen of inkomens. Wanneer de vraag of het aanbod sterk verschuift in reactie op een verandering in prijs, bestaat er elasticiteit. Vraag en aanbod zijn echter niet elastisch als ze weinig of niet reageren op een prijsverandering.
Prijselasticiteit van de vraag
Ongetwijfeld het meest besproken type elasticiteit, prijselasticiteit van de vraag, houdt verband met hoe een prijsverandering de vraag naar een bepaald product of een bepaalde dienst verandert. Als een hogere prijs resulteert in een lagere vraag naar het goed, dan is de vraag elastisch. Als een prijsverhoging weinig of geen verandering in de vraag veroorzaakt, is de vraag niet elastisch. In het algemeen is de vraag minder elastisch voor goederen die als essentieel worden beschouwd of waarvoor er weinig of geen substituten bestaan (zie verwijzingen 1). De vraag kan in hoge mate elastisch zijn, in tegenstelling tot goederen die als luxe of niet-essentieel worden beschouwd.
Inkomenselasticiteit van de vraag
Naarmate de inkomens veranderen, neemt ook het koopgedrag van de consumenten toe. Een grote loonsverhoging geeft iemand meer geld te besteden aan goederen die hij of zij anders niet zou kunnen betalen. Daartegenover staat dat een inkomensdaling een gezin kan dwingen zijn budget te verlagen, en zichzelf beperkt tot de essentie. Dit introduceert inkomenselasticiteit van de vraag, of de verandering in de vraag die voortvloeit uit inkomensveranderingen. Harvard-econoom Greg Mankiw wijst in zijn leerboek 'Principles of Economics' erop dat een hoger inkomen de vraag naar de meeste goederen doet stijgen, ook wel normale goederen genoemd. Een hoger inkomen kan echter de vraag naar sommige goederen doen dalen, die Mankiw aanduidt als inferieure goederen. Hij noemt busritten als een voorbeeld van een inferieur goed.
Cross-Price Elasticiteit van de vraag
Kruislingse prijselasticiteit van de vraag bekijkt hoe de prijs van één goed de vraag naar een ander goed beïnvloedt. Het gaat meestal om goederen die elkaar vervangen, of om goederen die complementair zijn. Overweeg kip en rundvlees als voorbeelden van vervangende goederen. Een stijging van de rundvleesprijzen kan de vraag naar kip vergroten, omdat consumenten hun voorkeuren veranderen. Mankiw identificeert in 'Principles of Economics' computers en software als voorbeelden van aanvullende goederen. Als een stijging van de computerprijzen de vraag naar software vermindert, schrijft Mankiw, dan is de vraag naar software cross-prijselasticiteit.
Prijselasticiteit van levering
Elasticiteit is niet alleen van toepassing op de vraag, maar ook op de levering. Leveranciers van een goed of een dienst willen meer verkopen als de prijs stijgt. Prijselasticiteit van het aanbod meet hoeveel de geleverde hoeveelheid verandert in reactie op een prijsverandering. Mankiw wijst erop dat de elasticiteit van het aanbod in hoge mate afhangt van het vermogen van een leverancier om de hoeveelheid van het geproduceerde goed te veranderen.