Six Sigma is het doel om de kwaliteit van een product of proces te verbeteren. Six Sigma gebruikt een zich herhalende cyclus van verbetering van het proces, monitoring ervan en vervolgens het vinden van een andere factor of aspect om te verbeteren. Zes sigma-analysetools identificeren gebieden die moeten worden verbeterd, prioriteren deze en helpen bij het volgen van de voortgang naar de nieuwe kwaliteitsstandaard. De eenvoudigste zes-sigma-analysehulpmiddelen kunnen worden opgesplitst in vinkjes, diagrammen en diagrammen.
Grafieken
Six Sigma-diagramgereedschappen omvatten Pareto-diagrammen, SPC-diagrammen en diagrammen uitvoeren. Het Pareto-principe stelt dat 80 procent van alle defecten wordt veroorzaakt door 20 procent van de grondoorzaken. Paretokaarten zijn grafieken die aangeven welke oorzaken het grootste aantal defecten veroorzaken. Dit gebeurt met elke root-oorzaak van de grootste naar de kleinste langs de X-as. De Y-as toont het percentage van de totale toename als elke oorzaak wordt toegevoegd totdat het totaal 100 procent is. Die grondoorzaken helemaal links vormen de problemen voor kwaliteitsverbetering.
Statistische Process Control-diagrammen worden SPC-diagrammen genoemd. Run-diagrammen en SPC-diagrammen geven een variabele weer zoals het gewicht in de loop van de tijd. SPC-diagrammen hebben een bovenste en een onderste acceptabele limiet, terwijl grafiekreeksen alleen het gemiddelde weergeven. Beide diagramtypen variëren willekeurig rond een gemiddelde waarde. Als de grafiek een trend in één richting begint te vertonen of begint te bewegen naar een van de naar buiten toe acceptabele limieten van de SPC-grafiek, moet het proces onder controle worden gebracht door het six sigma-team.
Vink bladen aan
Zes sigma-analyse kan beginnen met een vinkje. Een vinkje kan een checklist of een defectdiagram zijn. Controlebladen kunnen vinkjes voor attribuutcontrole, bladen voor locatiecontrole en variabele vinkjes zijn. De checklist bevat alle gebieden die moeten worden gecontroleerd of geverifieerd voordat het product als goed wordt beschouwd om naar de klant te worden verzonden. Defectconcentratiediagrammen omvatten een afbeelding van het product met controles of x-markeringen waarbij de defecten zijn geregistreerd. Dit biedt een visueel beeld van waar de problemen zich voordoen.
Diagrams
Diagrammen worden gebruikt om alle oorzaken en factoren weer te geven die van invloed zijn op de kwaliteit. Oorzaak- en effectdiagrammen geven een overzicht van alle oorzaken van een slecht effect. Oorzaak- en effectdiagrammen kunnen de slechte effecten weergeven die worden veroorzaakt door de omgeving, de organisatie en onaanvaardbare metingen. Storingsmodi en effectenanalyse, of FMEA, sporen alle manieren waarop een product of proces kan mislukken. Het geeft ook een overzicht van de mogelijke gevolgen van elk type storing.
Analyse van de worteloorzaak volgt de oorzaak van een specifiek probleem. Elke oorzaak wordt bepaald door te vragen waarom het is gebeurd. Elk probleem wordt getraceerd totdat het een eenvoudige en directe oorzaak heeft. Een enkele oorzaak kan een factor zijn in verschillende van de wortelanalyse. Het ontbreken van documenten en tekeningen zou bijvoorbeeld de hoofdoorzaak kunnen zijn van zowel assemblageoperators die het product verkeerd hebben gebouwd als inspecteurs die niet weten te controleren op de assemblagefout.