Boekhoudkundige bedrijfsboekhouding is van cruciaal belang in moderne economieën omdat ze bedrijven helpen bij het vastleggen en rapporteren van financiële transacties in overeenstemming met de algemeen aanvaarde Amerikaanse boekhoudprincipes (GAAP) en International Financial Reporting Standards (IFRS). Afdelingshoofden in bedrijfseenheden voor financiële verslaggeving zorgen ervoor dat werknemers adequate procedures volgen bij het vastleggen van transacties in tijdschriften, grootboeken en grootboeken.
dagboek
Een journaal is een accountingrecord waarin twee kolommen worden weergegeven: een voor debiteringen en een voor credits. Een boekhouder, of een boekhoudkundige, registreert operationele transacties door financiële rekeningen te debiteren en te crediteren, zoals activa, passiva, aandelen, inkomsten en uitgaven. Een administratiekantoor debiteert een kosten- of activarekening om het saldo te verhogen en crediteert het account om het bedrag te verminderen. Het tegenovergestelde geldt voor omzet-, aansprakelijkheids- en aandelenrekeningen. Een activum is een hulpbron die een bedrijf bezit zoals grond of contanten. Een verplichting is een lening die een onderneming moet terugbetalen of een financiële verplichting die zij moet nakomen. Inkomsten zijn inkomsten die een organisatie verdient door goederen te verkopen of diensten te verlenen. Uitgavenposten zijn kosten of kosten die een bedrijf maakt voor de verkoop van goederen of het leveren van diensten. Een aandelenrekening heeft betrekking op transacties met bedrijfseigenaars.
Grootboek
Een grootboek omvat alle transacties die een boekhouder van een bedrijf in tijdschriften vastlegt. Amerikaanse GAAP en IFRS vereisen dat een bedrijf een volledige en "eerlijke" reeks grootboekrapporten rapporteert bij het indienen van regelgevingsgegevens. In boekhoudkundig taalgebruik betekent "rechtvaardig" nauwkeurig of objectief. Een volledige reeks grootboekoverzichten omvat een balans (of balans), een overzicht van winst en verlies (ook wel een winst- en verliesrekening of winst-en-verliesrekening genoemd), een overzicht van kasstromen en een overzicht van de ingehouden winsten (ook wel staat van eigen vermogen). Een balans geeft een overzicht van de activa, verplichtingen en het eigen vermogen van een onderneming op een bepaald moment. Een corporate P & L geeft de omzet, winst, uitgaven en verliezen van het bedrijf gedurende een bepaalde periode weer. Een overzicht van kasstromen geeft inzicht in de kasstromen van een organisatie uit operationele activiteiten, kasstromen uit investeringsactiviteiten en kasstromen uit financieringsactiviteiten. Een verklaring van ingehouden winsten instrueert een lezer over transacties met bedrijfseigenaren zoals dividendbetalingen en aandelenaankopen of verkopen.
Dochteronderneming
Een bijkomend grootboek is een gedeelte van een grootboek. Een grootboekoverzicht kan bijvoorbeeld dochterboekgegevens bevatten voor kortlopende activa en passiva, evenals vaste activa en langlopende schulden. Een kortetermijnactief is een resource die een bedrijf verwacht binnen een jaar te converteren in contanten (verkopen). Voorbeelden van kortetermijnactiva zijn contanten, debiteuren en voorraden. Lange termijn of vaste activa omvatten machines en apparatuur. Een kortlopende schuld is een schuld binnen 12 maanden, terwijl een leningnemer na een jaar of langer verplichtingen op lange termijn moet aflossen.