Globalisering verandert de wereldeconomie en biedt nieuwe kansen voor landen over de hele wereld. Sommige deskundigen beschouwen het als een motor voor economische ontwikkeling. Anderen geven het de schuld voor de milieuschade waarmee we vandaag geconfronteerd worden. Eén ding is zeker: dit proces biedt nationale economieën van over de hele wereld de mogelijkheid om over de grenzen heen te groeien en wederzijds voordelige relaties op te bouwen.
Globalisering en geld
Bedrijven over de hele wereld beperken zich niet langer tot nationale grenzen. Ze kunnen over de hele wereld uitbreiden, hun activiteiten diversifiëren en hun kosten verlagen door hun productieactiviteiten te verplaatsen naar landen met de goedkoopste arbeidsmiddelen of betere toegang tot grondstoffen. De bloeiende handel en de toenemende wereldwijde connectiviteit helpen geld om verder te reizen dan ooit tevoren. Bedrijven zijn nu in staat om grensoverschrijdend te werken en meer klanten te bereiken, wat leidt tot hogere winsten en uiteindelijk economische groei.
Met globalisering kan een bedrijf in een land zijn producten nu halverwege de wereld in een ander land verkopen. Bovendien kan het daar winkels en fabrieken bouwen, in grondstoffen beleggen en bijdragen aan de lokale economie. Ford Motor Company bijvoorbeeld, heeft zijn callcenters naar India verhuisd. Cisco opende een onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in Bangalore. In 2010 ondertekende Microsoft een driejarig contract met Infosys Technologies in India om zijn interne IT-activiteiten te beheren. Door hun diensten uit te besteden aan ontwikkelingslanden, kunnen bedrijven geld besparen en het leven van mensen veranderen. Hierdoor daalden de armoedecijfers de afgelopen decennia wereldwijd.
Wereldwijde arbeidskansen
Globalisering stelt mensen in staat te verhuizen naar rijkere landen en hun eigen bedrijf te beginnen of werk te vinden. Dit vertaalt zich in een hoger inkomen en meer kansen in het leven. Bovendien kunnen migranten geld naar huis sturen zonder exorbitante kosten te betalen. Het vrije verkeer van informatie en technologie stelt vakbonden ook in staat om wereldwijd te strijden voor de rechten van werknemers. Naarmate nieuw beleid en regelgeving werden gehandhaafd, namen de arbeidsrechten toe. Bovendien komen gevoelige kwesties, zoals gelijke beloning en gendergelijkheid, steeds minder voor.
Multinationale ondernemingen zoals Google, IBM en Accenture breiden zich voortdurend uit en huren mensen aan in de landen waar zij actief zijn. Anderen implementeren uitwisselingsprogramma's om hun werknemers de kans te bieden om in het buitenland te werken. Boston Consulting Group, Edelman en L.E.K. Consulting zijn slechts enkele voorbeelden. Dit versnelt de globalisering en bevordert de economische groei.
Grotere vrijhandel
Een van de belangrijkste voordelen van globalisering is de vrije handel in goederen en hulpbronnen. Een land dat is gespecialiseerd in motorvoertuigen, zal bijvoorbeeld auto's en accessoires produceren op een locatie die de laagst mogelijke kosten behaalt, en deze verkopen op zowel lokale als buitenlandse markten. Dit betekent dat mensen die in andere landen wonen deze voertuigen voor minder kunnen kopen. Tegelijkertijd hebben ze toegang tot een breder scala aan merken en modellen.
De wereldhandel is sinds 1945 met ongeveer 7 procent toegenomen als gevolg van de versnelling van de globalisering. Landen die goederen exporteren, betalen lagere transportkosten en hebben een voorsprong op de concurrentie. Het eindresultaat is een grotere welvaartsgelijkheid over de hele wereld, vooral voor landen waarvan de economie afhankelijk is van de economie van een ander land. China werd bijvoorbeeld een toonaangevende producent van goederen. Bedrijven van over de hele wereld besteden hun productieactiviteiten uit aan Chinese fabrieken. Hun klanten hebben toegang tot betaalbare goederen die ze anders misschien niet zouden kunnen kopen.
De nadelen van globalisering
Net als al het andere heeft de globalisering zijn nadelen. De vrije handel in goederen, diensten en informatie zet de wereldeconomie in een cyclus van inkomsten- en werkgelegenheidsgroei. Het nadeel is dat het ook leidde tot afnemende geldstromen en een krap krediet voor lokale en nationale economieën.
Daarnaast hebben G2O-landen, zoals het VK, Brazilië, Duitsland, Frankrijk en Japan, die goed zijn voor meer dan 86 procent van de wereldeconomie, sinds 2008 meer dan 1.200 restrictieve handelsmaatregelen toegevoegd. Dit vertaalt zich in hogere belastingen en strengere wetten voor bedrijven die import en export van goederen.
Een ander probleem is dat veel landen hun valuta manipuleren om een prijsvoordeel te behalen. Bovendien verliezen werknemers in ontwikkelde landen hun baan als gevolg van loonsverlagingen. Steeds meer bedrijven kiezen ervoor om werk uit te besteden en banen te exporteren als een manier om de kosten laag te houden. Grote ondernemingen kunnen nu wereldwijd belastingparadijzen exploiteren, wat de lokale economie beïnvloedt. Andere belangrijke problemen zijn ecologische schade, oneerlijke arbeidsomstandigheden, belastingconcurrentie, het witwassen van geld en banenverlies.