Het meest geaccepteerde model van teambuilding, ontwikkeld door Dr. Bruce Tuckman, bestaat uit vier hoofdfasen. Het model ontstond halverwege de jaren zestig en begin jaren zeventig voegde Tuckman een vijfde fase aan zijn model toe. Het model is gebaseerd op het feit dat teams elkaar moeten voelen, conflicten moeten oplossen en hun verschillen moeten opzij zetten voordat ze een effectieve eenheid kunnen worden. De vijf fasen vormen, bestormen, normeren, presteren en verdagen.
Vormen
De vormingsfase is wanneer de groep wordt gemaakt. Iedereen is nieuw voor elkaar en voelt elkaar. In dit stadium is de leider sterk afhankelijk van de orde te handhaven en de groep op de taak te houden. De teamleden kunnen aarzelen om hun inbreng te geven. Ze kunnen ook de vastberadenheid van hun leider testen om te zien waarmee ze wel of niet kunnen wegkomen. Relaties beginnen in dit stadium te vormen.
bestorming
In dit stadium heeft elk teamlid een algemeen idee van hoe de andere teamleden werken. Verschillen worden in de openbaarheid gebracht en er kunnen kliekjes aan de andere kant rond deze kwesties ontstaan. Groepsleden zullen onderling ook ruzie maken om een pikorde of een hiërarchie van leden in te stellen; soms zal een lid de leider uitdagen in een poging om haar positie binnen het team te bereiken. Het team wint vertrouwen met de hulp van de leider. De leiderschapsstijl in deze fase moet vergelijkbaar zijn met coaching.
norming
In de normeringsfase worden basisregels vastgesteld. Groepsleden hebben hun zorgen in de openbaarheid gebracht en hun verschillen zijn opgelost, vaak door een of andere vorm van compromis. De leider heeft een minder invloedrijke rol en laat de groep samenwerken als een eenheid. De algemene identiteit van de groep krijgt vorm en elke speler vindt haar rol binnen de eenheid. Motivatie neemt in dit stadium natuurlijk toe naarmate de resultaten gemakkelijker worden.
Het uitvoeren van
De groep begint eindelijk op het optimale niveau te presteren. Mensen kennen elkaars rollen en leren hoe ze de speling kunnen opvangen als één teamlid achterblijft. In dit stadium heeft het team een gevoel van doel en richting. De leider delegeert verantwoordelijkheden met de wetenschap dat zij de juiste persoon de juiste baan geeft. Een teamgevoel is duidelijk, en leden kijken uit voor elkaar. Beslissingen worden onderweg genomen, vaak niet door de leider.
voorgekomen
Deze fase komt wanneer de taak is voltooid en het team is ontbonden. Vragen over waar de volgende stap zal leiden, kunnen de motivatie verminderen en de spanning vergroten. Vaak voelen groepsleden een gevoel van teleurstelling wanneer het team wordt uitgezet. Soms wordt deze fase gevolgd door een ander project; wanneer dit gebeurt, vindt het omvormen plaats en begint het proces opnieuw.