De drie kenmerken van een vraagcurve

Inhoudsopgave:

Anonim

In de economie helpen grafische weergaven van basisconcepten en specifieke gegevens iets te begrijpen van wat anders nietszeggende, niet-gerelateerde informatie zou kunnen zijn. Vraag- en aanbodcurves behoren tot de meest elementaire representaties in de economie en laten zien hoe verschillen in aanbod van en vraag naar goederen en diensten de prijzen beïnvloeden en leiden tot financiële uitkomsten voor kopers en verkopers.

Definitie

Een vraagcurve is een enkele lijn die de verschillende punten in een grafiek weergeeft waarbij de prijs van een goed of een service overeenkomt met de hoeveelheid ervan. Het is een neerwaartse curve of lijn die van links naar rechts in een grafiek beweegt, waarbij de verticale as de prijs weergeeft en de horizontale as de vereiste hoeveelheid vertegenwoordigt. De neerwaartse vorm van een vraagcurve geeft aan dat, naarmate de prijs daalt, klanten meer van een product zullen eisen. Inzicht in wat de positie, helling en verschuiving van een vraagcurve aangeven, is essentieel om deze in gebruik te nemen.

Positie

De positie van een vraagcurve verwijst naar de plaatsing in een grafiek. Omdat economische analisten dezelfde grafiek gebruiken om zowel een vraagcurve als de gerelateerde inverse aanbodcurve in kaart te brengen, moeten de schalen die de prijs en hoeveelheid vertegenwoordigen dezelfde blijven. Als een vraagcurve ver naar rechts is geplaatst, duidt dit op een grote hoeveelheid vraag van consumenten tegen een bepaalde prijs. Wanneer de vraagcurve laag is in de grafiek, geeft dit aan dat lage prijzen een constante vraag creëren. Deze relatieve verschillen zijn het belangrijkst wanneer een analist de positiewijziging van een vraagcurve in de tijd waarneemt.

Helling

De mate van verandering in de vraag over verschillende prijspunten geeft een vraagcurve zijn helling. Vraagcurves kunnen concaaf, convex of rechte lijnen zijn. In elk geval vormt de veranderingssnelheid in de hoeveelheid die wordt vereist als prijsdalingen de veranderende hoek van de curve. Een steile vraagcurve betekent dat prijsverlagingen alleen de hoeveelheid verhogen die licht wordt geëist, terwijl een concave vraagcurve die afvlakt als deze van links naar rechts beweegt, een toename van de gevraagde hoeveelheid laat zien wanneer lage prijzen zelfs iets lager dalen.

Verschuiving

Verschuiving verwijst naar de positiewijziging van een vraagcurve in de loop van de tijd. Naarmate de vraagcurve zich verplaatst naar nieuwe posities in de grafiek, onthult deze veranderende trends in consumentengedrag. Wanneer een vraagcurve bijvoorbeeld op een grafiek daalt van de ene meetperiode naar de andere, geeft dit aan dat lagere prijzen hetzelfde vraagniveau produceren als hogere prijzen tijdens een eerdere meetperiode. Door vraagcurves te vergelijken in de tijd, kunnen bedrijfsleiders belangrijke beslissingen nemen over het wijzigen van prijzen of het wijzigen van het aanbod om de winst te maximaliseren.