Hoe beïnvloedt een toename van de lonen de totale aanvoer?

Inhoudsopgave:

Anonim

Het totale aanbod van een economie is het aantal geproduceerde goederen en diensten op een specifiek prijsniveau gemeten over een specifieke tijd. Bewegingen in productiekosten, waaronder de kosten van arbeid en grondstoffen, hebben een impact op het totale aanbod op lange en korte termijn.

Betekenis

Het totale aanbod, samen met de geaggregeerde vraag, meet het reële bruto binnenlands product (bbp) van de economie. Het reële bbp is de waarde van alle goederen en diensten die door een economie in een specifieke periode worden geproduceerd, gecorrigeerd voor inflatie. Economen meten het reële bbp van een huidig ​​jaar door de prijzen van een vooraf bepaald basisjaar te gebruiken. Het bbp is een maat voor de economische productie en is een indicator van economische groei of economische krimp. Veranderingen in het totale aanbod kunnen economen helpen bepalen of een economie groeit of inkrimpt.

Aggregate supply op korte termijn

Short-run aggregate supply (SRAS) is de maat voor de totale aanvoer die begint wanneer de prijsniveaus van goederen en diensten stijgen, maar invoerprijzen, zoals lonen en grondstoffen, constant blijven. SRAS eindigt wanneer de invoerprijzen hetzelfde percentage verhogen als, of in verhouding staan ​​tot, prijsverhogingen. Wanneer de lonen stijgen, neemt de SRAS af en naarmate de lonen dalen, neemt de SRAS toe.

Aggregate supply op lange termijn

Aggregatie op lange termijn (LRAS) is de maatstaf voor de totale reële productie van goederen en diensten op het niveau van de volledige werkgelegenheid en wanneer de lonen reageren op of in samenhang met prijsniveaus. Economen typeren over het algemeen volledige werkgelegenheid als een tijd dat de werkloosheid 5,5 procent of lager is en wanneer de bezettingsgraad van het land 85 procent of hoger is. Belangrijke determinanten van het effect op de lonen op langlopend aggregaataanbod zijn de kwantiteit en kwaliteit van de arbeidsmarkt.

Veranderingen in LRAS

In tijden van lage werkloosheid is de totale arbeidsmarkt klein. Dit zet werkgevers vaak aan om hogere lonen aan te bieden om de best gekwalificeerde kandidaten aan te trekken. Naarmate de beschikbare hoeveelheid mensen voor werk afneemt, neemt LRAS af. In tijden van hoge werkloosheid hoeven werkgevers niet per se hogere lonen aan te bieden om de best gekwalificeerde kandidaten aan te trekken, omdat de arbeidsmarkt relatief groot is. Naarmate de hoeveelheid mensen beschikbaar voor werk toeneemt, neemt LRAS toe.