Johannes Gutenberg's uitvinding van de drukpers in 1451 opende communicatielijnen over de hele wereld. De komst van de drukpers veranderde het gezicht van journalistiek en onderwijs. Sinds de onthullende uitvinding van Gutenberg zijn echter vervuilingsproblemen rondom modern industrieel drukwerk en papierproductie ontstaan. Het hoogtepunt van toxische inkt en bleekmiddelen die door sommige moderne fabrikanten worden gebruikt, kan nadelige gevolgen hebben voor de omgeving.
Geschiedenis van de drukpers
De eerste mechanische drukpers was een culminatie van ideeën: de productie van papier van vodden, metaaltype en op olie gebaseerde inkt. De ontwikkelingen in drukwerk begonnen in Europa ergens in de late jaren 1300 en begin 1400. Handel tussen Europese hoofdsteden en Azië introduceerde uitvinders in Europa tot een nieuwe methode voor het maken van papier met afgedankte vodden, een veel goedkoper proces dan het kalfsvacht dat vroeger in het Westen werd gebruikt.
De eerste gedrukte en gebonden boeken hielden zich bezig met religieuze onderwerpen. Ze waren groot, duur en zwaar. Deze werden meestal gebruikt in religieuze ceremonies en als familietradities. Aldus Manutius, een Venetiaanse drukker, drukte de eerste kleine, draagbare boeken in 1482. De toegankelijkheid en draagbaarheid van de pocketboeken hielp de verspreiding van geletterdheid.
De kerk uitdagen
Het drukken van betaalbare boeken bracht veel winst met zich mee en zorgde al snel voor geïnspireerde printers om de pocketboekpraktijk voort te zetten met seculiere boeken. Deze instroom in de hoeveelheid aan gedrukt materiaal heeft uiteindelijk geleid tot een grote toename in geletterdheid. Het heeft ook het publiek blootgesteld aan gedrukt materiaal dat niet is gecensureerd door de kerk. Dit was een reden tot bezorgdheid onder het leiderschap van de kerk, omdat de wetenschappelijke bevindingen die werden verspreid, sommige populaire religieuze opvattingen bedreigden. Dit conflict tussen religie en de drukpers bereikte een hoogtepunt met een monnik genaamd Maarten Luther in 1517; hij was in staat om zijn ontevredenheid met de gevestigde kerk te verspreiden door middel van het gedrukte woord.
Toxische inkt
Inkten die worden gebruikt in industrieel drukwerk beïnvloeden het milieu op verschillende manieren. Ontluchtingsdampen zijn dampen die vrijkomen door de inkten in de atmosfeer tijdens het afdrukken. Deze dampen kunnen schadelijk zijn bij inademing. Andere inkten veroorzaken problemen nadat ze zijn weggegooid. De Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration biedt richtlijnen voor de veiligheid van werknemers in de grafische industrie, zoals het dragen van beschermende handschoenen en maskers bij het hanteren van mogelijk schadelijke chemicaliën. Milieuregels vallen onder het U.S. Environmental Protection Agency, dat normen voor vervuilingsniveau vaststelt voor de chemicaliën die worden gebruikt voor het afdrukken.
Papierproductie gifstoffen
De chemicaliën die nodig zijn om de ingrediënten voor de papierproductie af te breken, stoten dampen uit. Deze dampen zijn giftig voor werknemers in papierfabrieken. Volgens een studie van 1996 gepubliceerd in "Allergy" hebben sommige van deze chemicaliën chronische respiratoire allergiesymptomen veroorzaakt die later in het leven tot meer ernstige ademhalingsproblemen kunnen leiden.