Bedrijfs- en overheidsobligaties worden uitgegeven door bedrijven en instanties die geld nodig hebben om hun dagelijkse activiteiten uit te voeren. Deze schuldinstrumenten variëren het belangrijkst door hun looptijd.
rijpheid
Looptijd betekent de looptijd van de obligatie of de datum waarop een lening volledig moet worden terugbetaald. De emittent van de obligatie- of leninggever bepaalt de vervaldatum en in sommige gevallen de rentevoet die op de obligatie of lening moet worden betaald.
Kortlopende schuld
Kortlopende schulden zijn die met een looptijd van één jaar of minder. Dit gebeurt meestal in de vorm van bankleningen, die een relatief lage rente dragen.
Lange-termijnschuld
Langlopende schulden bestaan uit leningen en obligaties met een looptijd langer dan een jaar. Deze obligaties en leningen dragen over het algemeen een hogere rente, aangezien de kredietverstrekkers een hoger rendement eisen in ruil voor het nemen van het grotere risico van het lenen van geld over een lange periode.
Accounting
In de bedrijfsboekhouding omvat kortlopende schulden alle openstaande verplichtingen die binnen een jaar vervallen zijn, waaronder een aantal langlopende schulden die in het lopende boekjaar opeisbaar worden.
Balans
Het bedrag van de uitstaande schuld, zowel op korte als lange termijn, is een belangrijke maatstaf voor de financiële gezondheid van een bedrijf. Als het bedrijf niet over voldoende contanten of andere activa ter beschikking staat om de terugbetalingen van obligaties of leningen te dekken, kan dit tot faillissement worden gedwongen.