Wereldwijde organisaties in de 21ste eeuw moeten concurreren met een veel breder scala van bedrijven dan hun binnenlandse tegenhangers, en hebben daarom verschillende strategieën ontwikkeld om zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk te worden. De keuze van de organisatiestructuur weerspiegelt waar beslissingen worden genomen, hoe het werk wordt voltooid en uiteindelijk hoe snel en goedkoop de producten van het bedrijf kunnen worden gemaakt.
functioneel
Een functionele structuur is er een waarin het soort werk wordt uitgevoerd op een andere afdeling. Alle accountants van het bedrijf zijn bijvoorbeeld werkzaam in boekhouding, debiteurenadministratie of crediteurenadministratie, terwijl alle marketeers in marketing werken. Elke productlijn of geografische regio maakt vervolgens gebruik van deze gecentraliseerde bronnen alsof de andere afdeling een ander bedrijf is. Hierdoor kan het bedrijf profiteren van het hebben van zeer gestandaardiseerde processen voor elk van zijn functies en van het hebben van schaalvoordelen, zoals het kunnen plaatsen van één gecentraliseerde volgorde voor een veelgebruikte widget die het vervolgens wereldwijd kan verspreiden. Het kan echter een uitdaging en inefficiënt zijn om een enkel product te herdenken via alle stappen en afdelingen die het moet doorlopen. Deze bedrijven richten zich op specialisatie van jobvaardigheden en zijn meer gecentraliseerd.
Divisional
Bedrijven met divisiestructuren wijzen kleine groepen van elk type functie toe aan een enkele divisie, waardoor ze zelfvoorzienend zijn. Ze kunnen worden ingedeeld naar productlijn, zoals de Shoe-divisie, de Shirt-divisie en de Hat-divisie. Of ze kunnen geografisch worden verdeeld, zoals de Europese of Aziatische divisies, of zelfs verder in divisies in Frankrijk of Thailand. Als alternatief kunnen ze worden gedeeld door een klantengroep, zoals Consumenten, Kleine bedrijven en Overheid. In de meeste gevallen heeft elke afdeling zijn eigen boekhouding, marketing, productontwikkeling, productie en leidinggevend personeel. Dankzij deze structuur is elke specialiteit goed bekend met het product of de markt waarop de divisie functioneert, en vermindert de interdepartementale vertragingen. De keerzijde is dat elke divisie de inspanningen van verschillende andere divisies dupliceert, of onbewust aan dezelfde doelen werkt. Deze bedrijven houden zich bezig met specialisatie van producten of markten en zijn meer gedecentraliseerd.
Hybride
Vanwege de moeilijkheid om wereldwijd te werken met een gecentraliseerde functionele structuur en de communicatiekloven die ontstaan door het werken in divisiesilo's, gebruiken de meeste moderne bedrijven een hybride structuur die elementen van elk combineert. Er is geen enkele "hybride" structuur, maar eerder een bereik van meestal functioneel tot meestal divisies, dat varieert tussen bedrijven. Ze hebben vaak centrale hoofdkantoren die een strategie en hoogstaand beleid bepalen, gecombineerd met product- of geografische divisies die hun operationele methoden bepalen, en mogelijk zelfs interne functionele afdelingen binnen de divisie hebben. Deze bedrijven proberen schaalvoordelen in balans te brengen met lokale efficiëntie.