De voordelen van de EEG

Inhoudsopgave:

Anonim

Het Europese Economische Gemeenschap (EEG) Verdrag, ondertekend in 1957 in Rome, werd opgericht om de politieke en economische integratie tussen de lidstaten te bevorderen. De eerste leden waren Frankrijk, België, Italië, Nederland, West-Duitsland en Luxemburg. Andere landen, zoals Oostenrijk, Zweden, Groot-Brittannië, Denemarken en Ierland, zijn later lid geworden van de EEG. De EEG werd in 1992 na het Verdrag van Maastricht in de Europese Unie (EU) veranderd, toen de lidstaten de bevoegdheden van de gemeenschap wilden uitbreiden tot niet-economische domeinen.

Interne markt

Soms, een interne markt genoemd, heeft de EEG alles te maken met het wegnemen van belemmeringen en het vereenvoudigen van bestaande handelsregels om leden in staat te stellen het meeste uit de handel te halen. De EEG bevordert de vrijhandel binnen de EU en heeft als doel Europa van een interne markteconomie te maken. Deze community heeft lidstaten in staat gesteld directe toegang te krijgen tot 27 landen en 480 miljoen mensen. De EEG heeft ertoe bijgedragen dat ondernemingen die zaken doen in EU-lidstaten, hun prijzen voor producten verlagen om concurrerender te worden en door douanerechten te heffen op goederen die tussen lidstaten worden vervoerd of verkocht. Dit heeft de leden ten goede gekomen door het goedkoper en gemakkelijker te maken zaken te doen met andere EU-landen en eerlijke concurrentie te waarborgen. De vorming van de interne markt en de daaruit voortvloeiende toename van de handel heeft de EU tot een belangrijke handelsmacht gemaakt.

Enkele valuta

De EEG-lidstaten delen een gemeenschappelijke munt, de euro. De staten die de euro gebruiken, worden de eurozone genoemd. De euro werd ingevoerd in 1999 en werd een belangrijke factor in de Europese integratie. Vanaf 2011 gebruiken ongeveer 329 miljoen EU-burgers de euro nu als hun valuta en genieten van de voordelen ervan. Deze uniforme valuta stimuleert de handel binnen en buiten de grenzen van de eurozone, omdat de transactiekosten zijn verlaagd en er minder onverwachte wijzigingen in de wisselkoers zijn. Lidstaten hoeven niet langer met verschillende valuta's om te gaan.

Gratis verkeer van mensen

Artikel 17, lid 1, van de EU bepaalt dat personen die de nationaliteit van burgers van de EEG-lidstaat bezitten, en artikel 18, lid 1, elke burger binnen de unie het recht geven om zich vrij in andere lidstaten te verplaatsen en te leven. De ondertekening van het Akkoord van Schengen in 1985, gevolgd door het Verdrag van Schengen in 1990, leidde tot de afschaffing van de grenscontroles tussen de deelnemende landen, waardoor het begrip vrij verkeer tot stand kwam. Dit is belangrijk voor de burgers omdat zij in andere EU-landen naar werk kunnen zoeken, zonder vergunning kunnen werken, kunnen studeren, wonen en genieten van gelijke behandeling met staatsburgers, naast toegang tot werk, vergelijkbare arbeidsvoorwaarden en alle andere sociale en fiscale voordelen.

Landbouwbeleid

De EEG stelde gemeenschappelijke prijsniveaus vast in 1962, toen lidstaten zich herstelden van voedseltekorten. Deze strategie zorgde voor zelfvoorziening en voedselzekerheid door de productie van basislandbouwproducten te subsidiëren, maar dit resulteerde ook in overschotten van verschillende producten. Prijscontroles werden later hervormd in 1992 en 2003, ter vervanging van subsidies op geproduceerde hoeveelheden met betaling aan landbouwers om hen een fatsoenlijk inkomen te garanderen. Dit moedigt boeren aan om producten van hoge kwaliteit te produceren door nieuwe ontwikkelingskansen te zoeken, zoals energiezuinige bronnen die voldoen aan milieunormen, voedselveiligheid garanderen en de gezondheid van planten en dieren beschermen. Het beleid zorgt ervoor dat landbouwers de landelijke landschappen, vogels en dieren in het wild beschermen door hun land in goede staat te houden.