Organisatorische aanpassingstheorie stelt dat organisaties hun structuren of procedures geheel of gedeeltelijk zullen transformeren om het hoofd te bieden aan een veranderende omgeving, zoals een veranderend economisch landschap, nieuwe wetgeving die van invloed is op hun vakgebied of de introductie van een nieuwe moederorganisatie.
Doel
Organisatorische aanpassing is noodzakelijk om onevenwichtigheden te corrigeren en inefficiënte processen in een organisatie te verbeteren, en in hoe die organisatie in de wereld in het algemeen werkt. De aanpassing kan reactief zijn en komt na een verandering in de externe omgeving, of het kan preventief zijn. Managers kunnen veranderingen in de procedures en cultuur van een organisatie implementeren in afwachting van een verandering in de markt of het juridisch landschap waarin de organisatie opereert. De aanpassingstheorie van de organisatie verwijst over het algemeen naar hoe een verandering in de omgeving veranderingen in groepen organisaties dicteert, in plaats van hoe een specifieke organisatieveranderingen om aan te passen.
The Theory at Work
Een voorbeeld van aanpassing aan de organisatie is hoe banken zich aanpassen aan nieuwe wetten die van invloed zijn op de manier waarop ze accounts beheren en omgaan met klanten. Sommige processen van de organisatie moeten veranderen om te voldoen aan de nieuwe wetten. Ze zullen nieuwe manieren moeten innoveren om de omzet te genereren die verloren gaat in de veranderingen. Andere aspecten moeten constant blijven. Klantenservice kan bijvoorbeeld een kernwaarde zijn die de bank moet handhaven om hun klantenbestand en reputatie te behouden.
Aanpassing en controle
Organisatorische aanpassingen staan in contrast met het concept van organisatorische controle. Organisatorische aanpassingstheorie stelt dat organisaties in veranderende tijden het beter doen als ze hun praktijken aanpassen. Organisatorische controle zou ervoor zorgen dat managers en leden van een organisatie vasthouden aan hun procedures en zichzelf beschermen tegen de veranderende omgeving. In werkelijkheid spelen beide concepten in op organisatiebeheer. Sommige procedures moeten constant blijven om efficiënt te kunnen werken. Andere aspecten van een organisatie moeten evolueren om relevant te blijven.