De manier waarop een bedrijf zijn activa waardeert, maakt een groot verschil uit in zijn jaarrekening. Stel dat een waarde bijvoorbeeld daalt in waarde. Een bedrijfsbalans ziet er beter uit als het bedrijf de "historische" waarde gebruikt, bijvoorbeeld de oorspronkelijke aankoopprijs. Mark-to-market waardering - MTM - stelt waarden in voor activa en verplichtingen op basis van de markt.
Prijs afsluiten
De Financial Accounting Standards Board zegt dat de standaard voor mark-to-market de exit-prijs van het item is. Dat is de verkoopprijs voor een actief of de overdrachtsprijs als het bedrijf een aansprakelijkheid verliest. Voor wat FASB "Level One" -activa noemt, is het eenvoudig om de exit-prijs in te stellen. Activa van niveau 1 worden op grote schaal verhandeld en hebben zichtbare marktprijzen. Als een aandeel actief op een beurs handelt, geeft de huidige verkoopprijs de exitprijs.
Het tweede niveau
Activa of verplichtingen die geen voor de hand liggende beurskoersen hebben, vallen onder FASB's Niveau Twee. Om een Level Two-product op de markt te markeren, moeten de bedrijfsaccountants op zoek gaan naar 'proxies', zoals vergelijkbare activa of verplichtingen die actief worden verhandeld. Actieve handel wordt gemeten door het verschil tussen actuele vraag- en biedprijzen voor een artikel. Als de spread aanzienlijk is of als niemand biedingen doet, is de markt inactief. In dat geval kan het item niveau drie zijn.
Niets te zien
Niveau Drie items zijn de moeilijkste om op de markt te markeren. Ze omvatten bijvoorbeeld activa waar geen actieve handel of andere "waarneembare inputs" voor het bepalen van de prijs bestaan. FASB zegt dat het bedrijf MTM voor niveau drie kan gebruiken door "niet-waarneembare" inputs toe te passen - zijn eigen schattingen van wat de marktuitgangsprijs zou zijn. Het gebruik van niet-waarneembare gegevens is geen optie als het bedrijf met redelijke inspanningen een marktprijs kan vaststellen.
Berekening Complicaties
Bij gebruik van MTM vereisen sommige items een speciale behandeling. Als er beperkingen zijn op de verkoop of het gebruik van een actief - een aandeel dat bijvoorbeeld een jaar niet kan worden verkocht - moet het bedrijf overwegen welk effect dat zou hebben op de marktprijs. Evenzo moet een onderneming die een verplichting overdraagt rekening houden met het risico dat de verplichting niet wordt afbetaald. Als de waardevermindering tijdelijk is, kan FASB het bedrijf toestaan hiermee rekening te houden. Als de afname lang en sterk is, accepteert FASB mogelijk geen claims dat het een tijdelijke wijziging is.