De nadelen van consumentengedragsperspectieven

Inhoudsopgave:

Anonim

In de zoektocht om meer te weten te komen over wat consumenten drijft en dus hoe ze hun keuzes kunnen beïnvloeden, hebben onderzoekers verschillende benaderingen van hun werk ontwikkeld. Volgens professor Lars Perner van de University of Southern California, helpt een consumentenpsycholoog, perspectieven van consumentengedrag, marketingstrategieën, overheidsbeleid, sociale marketing en inzicht in hoe een betere consument te worden, te ontwikkelen. Niet iedereen is het echter eens met dit gemeenschappelijke gebruik van gedragsperspectieven. Er zijn potentiële academische en culturele vertakkingen die betrekking hebben op critici.

Individualistisch perspectief

De primaire benadering van onderzoek naar consumentengedrag betreft het kijken naar keuzes van individuen of specifieke groepen van individuen. Volgens een artikel uit 1985 van Julia Bristol van de Universiteit van Michigan, hoewel dit de kennis uit één oogpunt uitgebreid uitbreidt, is het in wezen het enige onderzoek naar de gerichtheid van consumentengedragers. Externe sociale en omgevingsfactoren worden volledig verwaarloosd ten gunste van psychologische en sociologische theorieën over persoonlijke en groepskeuzes.

Culturele vooringenomenheid

De huidige perspectieven voor onderzoek naar consumentengedrag worden gevormd binnen de context van een joods-christelijk cultureel kader. Amerikaanse en westerse landen hebben het merendeel van het onderzoek naar consumentengedrag en de bijbehorende perspectieven ontwikkeld en aangestuurd en dragen deze daarom bij aan hun aanpak. Hoewel de vooroordelen misschien onbedoeld zijn, zijn ze ook onmogelijk om uit het werk zelf te scheiden. Deze meest voorkomende shows in het uitgangspunt van consumentengedrag als een functie van individuele keuze.

Leerperspectieven

Eén consumentengedrag betreft het idee dat mensen op bepaalde, voorspelbare manieren van leren en beslissen opereren. Met behulp van deze principes voelen theoretici dat ze consumentenkeuzes kunnen voorspellen als ze hun externe en situationele variabelen veranderen, zoals de omgeving, opties of zelfs het tijdstip van de dag. Deze perspectieven zijn gebaseerd op gedragstheorieën over leren, de levenscyclus van het gezin, roltheorieën en de theorie van de referentiegroep. Deze benadering verkleint het gedrag van de consument om te jagen naar de juiste variabelen, omdat het ervan uitgaat dat menselijke beslissingen worden genomen op basis van een zeer vaste set principes. Studies bevestigen niet altijd de geldigheid van dit perspectief.

Niet-sequentiële benaderingen

Sommige consumentengedragsonderzoekers benaderen hun werk vanuit het perspectief dat consumentengedrag willekeurig is en voortkomt uit niet-sequentiële denkprocessen die niet zo gemakkelijk kunnen worden voorspeld. Sommige theoretici geloven zelfs dat gedrag kan voortkomen uit consumentenbeslissingen in plaats van de meer algemene veronderstelling dat beslissingen voortkomen uit consumentengedrag. Deze theorie levert echter problemen op omdat het heel moeilijk is om wetenschappelijk onderzoek op te zetten dat dit adequaat ondersteunt. Als gevolg hiervan wordt het vaak niet nagestreefd door academici en degenen die marketingstrategieën willen afleiden.