De inventaris van persoonlijkheidsevaluaties is een psychologische test die wordt gebruikt om abnormale persoonlijkheidskenmerken te identificeren bij volwassenen van 18 jaar en ouder; het wordt vaak gebruikt om informatie te verzamelen over klinische diagnoses, screening en behandeling van psychische aandoeningen. Hoewel de inventaris voor persoonlijkheidsbeoordeling een relatief betrouwbaar hulpmiddel is voor het diagnosticeren en behandelen van psychische aandoeningen bij volwassenen, is dit niet zonder beperkingen.
feiten
Volgens de Nova Southeastern University is de inventaris van de persoonlijkheidsbeoordeling een 344-item vragenlijst, meestal toegediend in een klinische setting. De beoordeling analyseert en scoort patiëntpersoonlijkheidskenmerken op de volgende schalen: dominantie, warmte, negatieve indruk, positieve indruk, stress, angst, angststoornissen, depressie, agressie, suïcidale ideatie, inconsistentie, infrequentie, somatische klachten, manie, paranoia, Schizofrenie, Borderline-kenmerken, antisociale functies, alcohol- en drugsproblemen, niet-ondersteuning en afwijzing van de behandeling. Na afloop van de beoordeling kunnen artsen een diagnose stellen en een behandelplan opstellen op basis van de uitkomst van het onderzoek.
Self-Report
De Persoonlijkheidsbeoordelingsinventarisatie neemt de vorm aan van wat gewoonlijk een zelfrapportagetest wordt genoemd, wat betekent dat patiënten de vragen zelf beantwoorden op basis van hun eigen percepties. De test is gebaseerd op de patiënt om eerlijke antwoorden te geven voor de beste resultaten. Patiënten moeten ook een volledig begrip hebben van de gestelde vragen om adequate antwoorden te kunnen geven. Al deze factoren kunnen van invloed zijn op de resultaten van de test.
Ontbrekende componenten
Het PAI identificeert en meet niet alle kenmerken en gedragingen, zoals eetstoornissen, die relevant kunnen zijn voor de diagnose van de patiënt. Hoewel het PAI waardevolle informatie kan bieden over de individuele persoonlijkheidskenmerken en tendensen van een patiënt, is het niet de bedoeling dat het als enige meting van de gezondheid van de patiënt fungeert. Bovendien bevindt onderzoek naar het effect van persoonlijkheidskenmerken op verschillende klinische problemen, waaronder pijnbeheer, zich nog in de beginfase en weerspiegelt het een aantal onopgeloste problemen die niet worden behandeld in de inventaris voor persoonlijkheidsbeoordeling.
Oplossing
Persoonlijkheidsbeoordelingen, zoals de PAI, zijn het meest nuttig wanneer ze worden gecombineerd met een verscheidenheid aan aanvullende tests en analysemethoden, waaronder eenvoudig interviewen en observeren van de patiënt. Eén oplossing is om de PAI toe te dienen als onderdeel van een reeks testen, waaronder assessmentinstrumenten zoals de Minnesota Multiphasic Personality Inventory, de Rorschach-test of de Wechsler Adult Intelligence Scale. De PAI en soortgelijke tests moeten worden toegediend met behulp van de geaccepteerde, gestandaardiseerde zelfrapportagemethode, volgens specifieke richtlijnen voor de beste resultaten. Het is van essentieel belang dat clinici goed opletten bij het interpreteren van resultaten van niet-moedertaalsprekers in het Engels. Bovendien moeten de resultaten worden geïnterpreteerd en moet een behandelplan worden ontwikkeld, alleen door een opgeleide professional.