Het belang van de boekhoudkundige theorie voor de beslissingen van een bedrijf hangt af van de aard van de branche. Voor sommige bedrijven, met name in de financiële sector, zijn de inspanningen om betere boekhoudpraktijken te ontwikkelen en aan te passen aan nieuwe uitdagingen van de moderne bedrijfswereld zeer belangrijk. Alle bedrijven worden uiteindelijk op de een of andere manier getroffen door de impact van theoretische discussies in de boekhouding als ze algemeen aanvaarde boekhoudprincipes gebruiken om hun financiën bij te houden.
Boekhoudkundige theorie
Boekhoudkundige theorie is de basisaannames, definities en concepten die ten grondslag liggen aan de praktijk van het vastleggen en rapporteren van financiële informatie. Boekhoudkundige theoretici ontwikkelen de concepten van boekhouding en testprincipes met als uiteindelijk doel het begrijpen en verbeteren van boekhoudpraktijken. Deze verbetering is bedoeld om het voor bedrijfsmanagers en hun investeerders mogelijk te maken beter te plannen voor groei en zich aan te passen aan veranderende markten. Alle algemeen aanvaarde boekhoudprincipes die in het bedrijfsleven worden gebruikt, waren op een bepaald moment theoretisch.
Normatieve boekhouding
Normatieve boekhouding is een tak van de boekhoudkundige theorie die zich bezighoudt met de verschillen tussen verschillende boekhoudsystemen en de manieren waarop het ene systeem beter kan zijn dan het andere. Normatieve boekhoudtheoretici hebben de neiging om niet alleen te pleiten voor een gestandaardiseerd boekhoudsysteem, maar ook voor een bepaald systeem waarvan wordt gedacht dat het superieur is aan anderen. Degenen die normatieve boekhouding bestuderen, proberen de doelstellingen van de boekhouding in de praktijk te begrijpen en vergelijken het vermogen om die doelstellingen met andere systemen te bereiken. Normatieve boekhoudkundige theorie is over het algemeen prescriptiever dan andere manieren om de accounting-theorie te benaderen.
Uitdagingen
Normatieve boekhoudkundige theorieën zijn onderhevig aan aanzienlijke kritiek van accountants en zakelijke professionals. Volgens het online boekhoudwoordenboek van VentureLine, "hebben theoretici de neiging om sterk afhankelijk te zijn van anekdotisch bewijsmateriaal (bijvoorbeeld voorbeelden van fraude) dat over het algemeen niet voldoet aan tests van academische strengheid", wat duidt op uitdagingen bij het ontwikkelen van een reeks boekhoudkundige concepten die als objectief kunnen worden beschouwd superieur aan een ander. Uit angst voor de conclusies waren niet wetenschappelijk, boekhoudtheoretici neigden ertoe om na de 'normatieve periode' van 1956 tot 1970 de normatieve boekhouding te verlaten.
alternatieven
Normatieve boekhouding bestaat in tegenstelling tot andere vormen van boekhoudkundige theorie. In de theorie van de positieve boekhouding ontwikkelen theoretici bijvoorbeeld boekhoudprincipes en -concepten volgens 'een meer wetenschappelijke methodologie om de praktijk te verklaren en te voorspellen', in plaats van te werken aan de ontwikkeling van een meer ideaal boekhoudsysteem, volgens Meditari Accountancy Research. Volgens sommige onderzoekers heeft de boekhouding geen uniforme theorie die een objectief systeem beschrijft, buiten de manier waarop het door een individueel bedrijf, een investeerder of een overheid wordt gebruikt.