Koopkrachtpariteit vormt een zeer oude en fundamentele theorie van de economie. Het basisidee is dat een goed of een dienst ongeveer hetzelfde zou moeten kosten in de ene economie als in het andere. Wanneer dit niet gebeurt, betekent dit dat één valuta overgewaardeerd is of een andere ondergewaardeerd. Economen profiteren van deze wet om verstoringen in markten waar te nemen van inflatie en overheidsinmenging. Het waarnemen van onevenwichtigheden in het kopen van pariteit helpt verklaren onevenwichtigheden in de handel.
Kwaliteit van het leven
Het ontdekken van het verschil tussen koopkracht in verschillende economieën helpt wetenschappers om verschillen in de kwaliteit van leven waar te nemen. Zelfs als de valuta van een land ernstig is gedevalueerd, heeft het misschien geen erg grote gevolgen voor de meerderheid van de burgers, zolang hun koopkracht in de buurt van de pariteit voor binnenlandse goederen blijft. Zelfs als de valuta op korte termijn fluctueert, blijft de hoop op pariteit hopelijk op de lange termijn.
BBP
Het vinden van het bruto binnenlands product (bbp) biedt een goede algemene manier om de rijkdom van verschillende economieën te meten. Als een econoom het BBP berekent met de standaard nationale valutakoersen, kan dit helaas leiden tot een onnauwkeurig beeld. Deskundigen wijzen vaak op het voorbeeld van China, dat opzettelijk zijn valuta devalueert. Door zich aan te passen aan de veronderstelde inkooppariteit die China heeft met de Verenigde Staten, kunnen economen een beter beeld geven van de welvaart van het land.
Handelsonevenwichtigheden corrigeren
Wanneer zich een ernstige onevenwichtigheid in de handel ontwikkelt tussen de uitvoer van een land en zijn invoer, kunnen economen verschillende oplossingen voorstellen. Een gemeenschappelijk voorstel is om handelsbarrières op te richten die de markten verder kunnen verstoren. Als economen echter een verschil kunnen waarnemen tussen de koopkracht van een land en zijn wisselkoers, wordt de onbalans veel eenvoudiger om te corrigeren. Het aanpassen van de valuta aan de werkelijke koopkracht kan het probleem oplossen zonder overmatige betrokkenheid van de overheid.