Economen definiëren 'verwachtingen' als de reeks aannames die mensen maken over wat er in de toekomst zal gebeuren. Deze veronderstellingen leiden individuen, bedrijven en overheden door hun besluitvormingsprocessen, waardoor het bestuderen van verwachtingen centraal staat in de studie van de economie.
De rol van verwachtingen
Gissingen van mensen over wat er in de toekomst zal gebeuren, lijken bijna elk aspect van de economie te beïnvloeden. De voorspelling van een restaurantmanager over hoeveel klanten hij in de zomer kan verwachten, kan hem ertoe aanzetten meer personeel aan te nemen of bestellingen voor verse producten te verminderen. De verwachting van een obligatiehandelaar over hoe de Federal Reserve de rente zal veranderen, zal haar handelsstrategie veranderen. Een CEO van het vermoeden van een beursgenoteerde onderneming over hoe regelgevers in Washington zich zullen gedragen, kan zijn uitbreidingsplannen wijzigen.
In een zeer reële betekenis is economie de studie van hoe mensen beslissingen nemen. De verwachtingen over wat er in de toekomst zal gebeuren, vormen de kern van elke keuze, dus ze zijn het hart van de economie als een discipline.
Rational Expectations Theory
De theorie van rationele verwachtingen, die eerst werd geschetst door de Indiana-professor John Murth in de jaren zestig, is de benadering die de meeste economen volgen om te begrijpen hoe mensen over de toekomst denken. De theorie gaat ervan uit dat mensen over het algemeen zelf geïnteresseerd zijn en proberen te raden wat er gaat gebeuren. Hoewel veel mensen volgens de theorie verkeerde verwachtingen kunnen hebben, hebben grote groepen mensen de neiging om samen de juiste voorspellingen te doen. Dat is, het is zeer ongebruikelijk dat feitelijke gebeurtenissen de gemiddelde verwachting op de lange termijn tegenspreken.
De theorie van rationele verwachtingen heeft bijna elk ander element van de economie beïnvloed. De theorie is een onderliggende en kritische aanname in de hypothese van efficiënte markten, bijvoorbeeld. Dit voorspelt dat omdat mensen over het algemeen een rationele kijk op de toekomst hebben, het moeilijk of onmogelijk zou moeten zijn om meer geld te verdienen op de aandelenmarkt dan het gemiddelde groeipercentage. Evenzo gebruiken regeringen vaak de rationele verwachtingstheorie om hun monetaire beleid te bepalen.
Irrationele verwachtingen
Sommige economieën betwisten het idee dat mensen over het algemeen rationele verwachtingen koesteren over de toekomst. In plaats daarvan beweren ze dat mensen even waarschijnlijk irrationele meningen zullen vormen over wat er zal gebeuren. Nobelprijswinnaar Robert Schiller, bijvoorbeeld, betoogt dat de huisvestingscrisis die in 2008 begon, vloeide voort uit irrationele verwachtingen over onroerendgoedprijzen. De onroerendgoedmarkt heeft onredelijk beslist dat de huizenprijzen altijd stijgen. Dit zette verkopers ertoe aan prijzen te verhogen en kopers een premie te betalen. Op basis van onjuiste verwachtingen veranderde de markt in een bubbel. Toen de prijzen eindelijk weer op aarde vielen, liep de zeepbel leeg met enorme gevolgen.