In de bedrijfswereld zijn er twee algemene organisatiestructuren die zijn aangepast aan individuele scenario's uit de praktijk. De eerste hiervan is de traditionele top-down hiërarchie. De tweede, minder gebruikelijk in de westerse wereld, is het coöperatieve model gebaseerd op een egalitaire, gedecentraliseerde machtsbenadering. In een schijnbaar onlogische tweedeling gebruikt de westerse wereld, die trots is op haar politieke basis van democratie, meestal een gecentraliseerde vorm van zakelijk leiderschap die in schril contrast staat met democratische idealen.
Sterke en zwakke punten van traditionele top-downstructuren
Traditionele top-downstructuren bieden een voordeel bij lokale bedrijfsbeslissingen op korte termijn, waarbij een zeer bekwaam individu de werkstroom het meest effectief kan sturen.Naarmate de top-down organisatiestructuren groter worden, wordt het beheer een moeilijkere taak, waarbij uiteindelijk degenen op het hoogste niveau worden verplicht om het middenmanagement uit te breiden om taken te delegeren. Een van de belangrijkste troeven van een top-downsysteem is het vermogen om de bedrijfsvisie van hoogbegaafde leiders te behouden en over te brengen. Een van de zwakke punten van de traditionele top-downstructuur is dat het middenmanagement op den duur vrij groot kan worden en een aanzienlijk deel van de inkomsten kan opslokken. In top-downstructuren gaan de vaardigheden en het potentieel van laaggeschoolde werknemers soms ongebruikt of onopgemerkt door de nadruk op strenge regels in plaats van creatief denken.
Sterke en zwakke punten van coöperaties
Coöperaties zijn bedrijfsorganisaties die het eigendom delen tussen deelnemende leden. Leden van de coöperatie zijn ofwel volledig gelijk of hebben een vluchtig managementniveau, waarbij de meeste zelfsturende medewerkers en teams zijn. Een van de belangrijkste voordelen van het coöperatieve bedrijfsmodel is dat werknemers meer zelfvertrouwen hebben, wat betekent dat ze niet zo veel middenmanagement nodig hebben om dezelfde eindresultaten te behalen. Coöperaties hebben ook de neiging om directe winstdelingssystemen te hebben, hoewel de mate van winstdeling varieert; in een ideale winstdelingscoöperatie zijn werknemers zeer gemotiveerd door het extra verdienvermogen dat gepaard gaat met succesvolle zelfsturing. Het nadeel van coöperaties is dat het voor hen moeilijk kan zijn om snel te reageren op veranderende situaties, omdat de meeste grote organisatorische veranderingen door een proces van stemming per gemeente moeten worden doorgevoerd om door de meerderheid vóór implementatie te worden geratificeerd.
Het effect van leiderschapsstijlen op de sterkte en structuur van de organisatie
Leiders die een betere integratie in een nieuw bedrijf willen, moeten de huidige bestaande organisatiestructuur van het bedrijf identificeren en hun eigen persoonlijke leiderschapsstijl identificeren. Leiders die vinden dat hun persoonlijke leiderschapsstijl niet overeenkomt met de algemene structuur van de organisatie, zijn niet noodzakelijk onverenigbaar met de organisatie zelf; bijvoorbeeld, gezaghebbende top-down leiders kunnen dienen als behulpzame comitéleiders binnen coöperaties. Omgekeerd kunnen leiders die het liefst op consensus opereren, het goed doen in de afdelingen van een top-down organisatie, waar een zachtere aanpak leidt tot een betere interactie tussen werknemers, zoals personeel.
Hoe het aanpakken van zwakte in organisatorische modellen de winstgevendheid beïnvloedt
Het aanpakken van tekortkomingen in de organisatiestructuur lijkt een licht negatief effect te hebben op de totale inkomsten; de werkelijke kosten van probleemanalysecommissies en acties die zijn uitgevoerd op aanbevelingen van de commissie hebben echter niet volledig betrekking op de waarde van een afgewende crisis. Een voorbeeld is een organisatie met een sterk gecentraliseerd leiderschap die beslist een nieuwe functie van regiomanager te creëren, die uiteindelijk leidt tot meer lokale verantwoordelijkheid en daarmee tot een grotere naleving van organisatorische richtlijnen voor toezichtmedewerkers op middenniveau; dit resultaat zou in theorie een positief effect op de winst moeten hebben. Een ander voorbeeld van hoe de aanpak van organisatorische zwakheden van invloed is op de winst, is een coöperatieve organisatie die de behoefte aan en stemming over een toezichtcomité bepaalt om leden die slechte beslissingen nemen die de winstgevendheid van het bedrijf schaden, te disciplineren en disciplineren; dit vermindert de negatieve neveneffecten van een algemeen gebrek aan regelgeving bij een coöperatieve organisatie.