Een vrijhandelsovereenkomst is een vorm van economische integratie en bestaat wanneer geografische regio's samen een groep vormen om zo een vrijhandelszone te creëren. Enkele bekende voorbeelden zijn de Europese Unie (EU) en de Noord-Amerikaanse vrijhandelsovereenkomst (NAFTA). Een vrijhandelszone is vrij van alle handelsbelemmeringen. Leden van een vrijhandelsovereenkomst handhaven gemeenschappelijke handelsbelemmeringen voor niet-leden, dus lidmaatschap van een vrijhandelsovereenkomst heeft voordelen.
Trade Creation
Een groot voordeel van lidmaatschap van een vrijhandelsovereenkomst is het creëren van handel. Er ontstaat handel wanneer een land profiteert van de mogelijkheid om een product of dienst vrij te verhandelen met andere leden van een vrijhandelszone. Als bijvoorbeeld vóór de toetreding van Spanje tot de EU, de Verenigde Staten en Spanje beide tarwe aan EU-landen leverden, zouden ze allebei aan dezelfde tarieven onderworpen zijn. Toen Spanje echter lid werd van de EU, zou tarwe uit Spanje veel goedkoper worden dan tarwe uit de Verenigde Staten. De handelsstroom zou hierdoor veranderen en handelsmogelijkheden creëren voor Spanje.
Verlaagde invoerprijzen
Verminderde invoerprijzen zijn een ander voordeel van vrijhandelsovereenkomsten, die op twee manieren worden ervaren. Ten eerste, wanneer landen tarieven op invoer handhaven, stijgt de prijs die consumenten betalen voor de geïmporteerde goederen. Leden van een vrijhandelsovereenkomst zijn echter niet onderworpen aan dezelfde importtarieven als niet-leden, wat resulteert in lagere prijzen voor consumenten.
Ten tweede, als slechts één land invoerrechten oplegt, zal de prijs van de geïmporteerde goederen in dat land stijgen, met als gevolg een lagere vraag naar het product. Als echter een volledige vrijhandelszone het tarief oplegt, zal de resulterende vraaguitval zeker voelbaar zijn door het exporterende land, waardoor de prijs van de geïmporteerde producten zal dalen.
Toegenomen concurrentie
Lidmaatschap van een vrijhandelsovereenkomst vergroot de omvang van een bepaalde markt, wat kan resulteren in een verminderd vermogen om bepaalde industrieën te monopoliseren. Een toename van de marktomvang betekent dat er meer bedrijven concurreren voor het bedrijfsleven, wat betekent dat het aanbod van beschikbare goederen en diensten zal toenemen. Een toename van het aanbod terwijl de vraag stabiel blijft, kan resulteren in lagere prijzen voor consumenten, omdat bedrijven strijden om hun bedrijf.