Pass-through-overeenkomsten, ook wel liquidatieovereenkomsten genoemd, worden voornamelijk gebruikt in bouwgeschillen tussen een onderaannemer en een algemene aannemer.
Gebruik
Een doorgangsovereenkomst wordt gebruikt wanneer schade wordt opgeëist door een onderaannemer. Beide partijen moeten ermee instemmen dat de eigenaar van het onroerend goed verantwoordelijk is voor deze schade. Deze overeenkomsten laten de algemene aannemer toe om de vordering van de onderaannemer door te geven via de algemene aannemer. De algemene aannemer brengt een vordering in tegen de eigenaar van het onroerend goed. De algemene aannemer stemt er ook mee in om het geld terug te geven aan de onderaannemer.
Doel
Onderaannemers worden ingehuurd door algemene aannemers om een bepaalde taak uit te voeren. Als de onderaannemer een probleem heeft met de eigenaar, blijft de onderaannemer vaak geen verhaal achter. Pass-through-overeenkomsten geven onderaannemers een betere kans op vergoeding van hun materialen en arbeid.
Kenmerken
De Severin-doctrine is een vereiste dat een onderaannemer moet bewijzen dat een geldige claim voor een doorgangsovereenkomst uitvoerbaar is. Deze doctrine is gebaseerd op een gerechtelijke uitspraak uit 1943 waardoor rechtszaken eerlijk en geldig zijn.